Marum. Zwembad. Dinsdagochtend. 10 juli 2012, 07.01 uur.
Het eerste kindje is naar de tegenovergelegen kindercrèche gebracht. De dag is zojuist begonnen. Een man fietst richting het zwembad. Voor zijn dagelijkse baantjes zwemmen. Dat doet hij al een tijdje. Een aantal personen weten dat. In de bosjes naast de parkeerplaats van het zwembad wacht een man. Donkere kleding, een pet met een capuchon strak over zijn hoofd. Hij weet nu wel hoe Jan Elzinga er uit ziet. Dit is de vierde keer dat hij wacht. De vorige drie keren was hij bang dat hij zich toch vergiste en was het te druk op straat.
Schoten
Het moet snel. Er mogen geen hulzen worden gevonden. Hij trekt een sok over het wapen. De fietser komt dichterbij. Getuigen horen vijf harde knallen. Jan Elzinga wordt op klaarlichte dag neergeschoten. Reanimatie mag niet meer baten. Hij overlijdt op 40-jarige leeftijd. Het is 07.34 uur.
De paarse auto met gouden letters
Na het lossen van de schoten, snelt de man naar een klaarstaande auto. Onmiddellijk rijden twee personen daarmee weg. Aan de zijkant van de opvallende auto staan de letters GINSENG. De auto draagt een Belgisch kenteken en wordt later, aan de rand van het dorp, uitgebrand teruggevonden. De verdachten rijden dan al in twee andere auto’s. De paarse auto met gouden opdruk, zo verklaren getuigen, is een aantal dagen voor de moord ook al gesignaleerd in het dorp.
Pascal E. en Willen P.
De 36-jarige Pascal E. bekent in zijn omgeving. Ook bij de politie. Hij is de schutter geweest. Zegt een aantal keren met zijn maat Willem P. in Marum te zijn geweest. Op verkenning. Willem (45 jaar) heeft Pascal een bedrag in het vooruitzicht gesteld om Jan Elzinga van het leven te beroven. Pascal zou voor de moord in eerste instantie 20.000 euro krijgen. Pascal, financieel aan de grond, is hier gevoelig voor. Hij gaat er in mee. Het huis van Elzinga wordt bekeken, zijn leven in de motorsportwereld, foto’s van Jan, zijn vermeende hennephandel en contacten. Een plan wordt opgezet. Als Pascal dit doet, dan zijn onderlinge rekeningen tussen beide heren(Willem en Pascal) ook meteen opgelost. Zo verklaart Pascal.
Wel/niet
Het belooft een latertje te worden in de zittingszaal. De rechtbank trekt voor deze moordzaak een volledige dag uit. Beide verdachten worden ondervraagd. Een bomvolle zaal en een bomvolle perstafel luisteren naar de bekentenissen van Pascal E. Willem heeft hem de wapens geleverd. Hij zou de auto’s hebben geregeld, het vluchtplan. Willem was de man die hem een som geld bood. Uiteindelijk kreeg Pascal voor de moord op Elzinga 14.700 euro. En Willem zou er zelf ook 15.000 euro aan hebben overgehouden. Alles in ineengevouwen briefjes van vijftig.
“Ik ken die hele Jan niet”
Willem P. ontkent alle betrokkenheid. Hij kent geen ene Jan Elzinga, weet niet waar hij woont, is nog nooit in Marum geweest en dat geld? Dat leende hij juist van iemand om even snel een hennepdeal af te ronden. Nu hij er toch zit, zegt hij het maar even. Hij weet niet waar de uitgebrande, in Wezep gestolen, auto vandaan komt, al wijzen telefoongegevens van Willem uit dat een mast in Wezep zijn toestel heeft aangestraald op het moment dat de auto gestolen bleek te zijn. Willem P., antiekhandelaar, glaskunstenaar en ook iets met hennep staat volgens het openbaar ministerie bekend om zijn dwingende handelswijze. Hij zou anderen het ‘vuile’ werk laten opknappen om zelf buiten schot te blijven.
Huurmoordenaar
Officier van justitie: “Willem wist van de nijpende situatie van Pascal, hij wrong hem uit en perste hem in een schutter, een huurmoordenaar. Hij zou zijn handen schoonhouden. Hij praatte op hem in. P. richtte zich op de sociaal zwakkeren. De moord zou zonder Pascal ook zijn gepleegd, maar niet zonder Willem. Hij had dan een ander gezocht.”
Bevindingen en onderzoeken
Nu is Pascal uiteraard heel lang onderzocht. Volledig toerekeningsvatbaar, zegt de ene deskundige. Hij maakte zijn eigen keuzes. Hij schoot in opdracht en hij schoot voor geld. Beraamd en uitgekiend, aldus het OM. Andere deskundigen adviseren juist TBS met dwangverpleging omdat hij stoornissen heeft en geen inzicht heeft in zijn handelen. Dus levensgevaarlijk.
De eis
De officier van justitie eist voor Pascal E. een straf van 15 jaar cel en voor Willem P., volgens het OM het brein achter deze moord, 18 jaar cel. Beide heren blijven onbeweeglijk stil wanneer de eis valt. Ik hoor snikken van een 85-jarige vrouw op de tribune. De moeder van Jan. Ze zit de emotionele zitting, die in het teken staat van haar in koelen bloede vermoorde zoon, uit.
In tegenstelling tot de meeste zittingen, volgt de uitspraak in deze spraakmakende zaak niet over twee maar over vier weken. Op 24 oktober.
Vragen, vragen, vragen
En toch. Ik ben niet de enige die met veel vragen blijft zitten. De moord op Jan Elzinga. Volgens de rechtbank zou het in vier hoeken kunnen zitten. Relationele sfeer, iets duisters in de motorcrosswereld, een hennepafrekening of een persoonsverwisseling. Er zitten gaten in. De partner van Jan Elzinga en haar broer zijn verdachten geweest in deze zaak. Wegens gebrek aan bewijs zijn zij terzijde geschoven. Waar vandaan had Willem het geld om aan Pascal uit te delen. Hoe kwam hij aan die bedragen? En dan vooral de vraag die werkelijk de hele dag onduidelijk bleef en nog lang daarna. Ik peins en pieker en ik kom er niet uit. Ik heb het niet gehoord in de zittingszaal.
Want wat was nu werkelijk het motief?
Zo door de zitting bladerend blijft me een zin in het hoofd steken. Een zin uitgesproken door Pascal E. “Jan keek verbaasd naar mij toen ik op hem afliep. Ik schoot en ik schoot en ik rende weg. Ik heb hem niet eens zien vallen.”
* Uitspraak 24 oktober
Bron: Karin Smalbil