Nederland doet het in vergelijking met andere ontwikkelde landen goed tot zeer goed in taalvaardigheid, rekenvaardigheid en probleemoplossend vermogen. Op al deze kernvaardigheden behoort Nederland tot de wereldtop.
Dat blijkt uit OESO-onderzoek (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) dat het afgelopen jaar is uitgevoerd onder de groep 16- tot 65-jarigen. De Nederlandse resultaten staan beschreven in het rapport ‘PIAAC: Kernvaardigheden voor werken en leven’ dat vandaag is overhandigd aan minister Jet Bussemaker van Onderwijs.
Goede prestaties
De taalvaardigheid van Nederlandse volwassenen met een havo- of vwo-diploma is als beste gemeten onder 24 OESO-landen. Samen met vier andere landen neemt Nederland de tweede positie in op het gebied van rekenvaardigheid bij volwassenen, de derde positie voor taalvaardigheid en samen met vier andere landen staat ons land op de derde plaats voor probleemoplossend vermogen.
Ook Nederlandse jongeren presteren goed. Ze nemen de eerste plek in voor rekenvaardigheden (samen met vier andere landen) en de tweede plek voor taalvaardigheid (samen met twee andere landen). Nederlandse jongeren presteren ook goed op excellentie: 21% van de Nederlandse jongeren scoort op het hoogste niveau van taalvaardigheid: zij zijn – samen met jongeren in Japan, Australië en Finland – koploper.
Grote verschillen
De hoge scores van de Nederlandse beroepsbevolking maken dat de verschillen binnen Nederland groot zijn. Zo zijn de rekenvaardigheden van Nederlandse mannen groter dan die van hun vrouwelijke landgenoten maar scoren de vrouwen internationaal toch goed. Hetzelfde geldt voor de verschillen in taalvaardigheid tussen havo/vwo en mbo. Die zijn op een na het grootst van alle onderzochte landen terwijl mbo’ers het in internationaal perspectief goed doen. De gemiddelde score van jongvolwassenen met een MBO diploma ligt hoger dan de gemiddelde score van deelnemers met een afgeronde opleiding in het hoger onderwijs in sommige andere landen.
In Nederland is in vergelijking met 17 jaar geleden het percentage excellenten (van 16% naar 18,6%) en het percentage laaggeletterden (van 9,4% naar 11,9%) gestegen. In vergelijking met andere landen zijn er echter weinig Nederlanders die over heel lage vaardigheidsniveaus beschikken en veel mensen die op het hoogste niveau presteren (excellenten). Nederland neemt voor excellente taalvaardigheden samen met Australië de derde plaats in, na Japan en Finland.
Arbeidsmarkt
De onderzochte vaardigheden hangen nauw samen met succesvolle deelname aan de arbeidsmarkt. Mensen die over een hoog niveau van vaardigheden beschikken, hebben vaker werk en een hoger inkomen.
Het onderzoek laat duidelijk zien dat Nederland een diensteneconomie is. De Nederlandse financiële & zakelijke dienstverlening is duidelijk een koploper op zowel taal- als rekenvaardigheden. Ook in de publieke dienstensectoren zorg & welzijn en onderwijs wordt Nederland gerekend tot de betere landen.
Minister Bussemaker over het onderzoek: “De resultaten tonen aan dat ons onderwijs een uitstekende basis legt voor een goede deelname aan de arbeidsmarkt en de samenleving. Door veranderende maatschappelijke ontwikkelingen en invloed van ict op ons leven, blijft het noodzakelijk dat iedereen minimaal over een startkwalificatie beschikt. Want de komende dertig jaar blijft kennis de sleutel voor een succesvol Nederland.”
Het PIAAC-onderzoek is onder leiding van de OESO uitgevoerd in 24 landen. In Nederland hebben ruim 5100 mensen tussen 16 en 65 jaar meegedaan aan het onderzoek. De resultaten worden op dinsdag 8 oktober nationaal en internationaal gepresenteerd. In het rapport ‘PIAAC: Kernvaardigheden voor werk en leven’ worden de Nederlandse resultaten weergegeven. Dit rapport is opgesteld door het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (Ecbo) en het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA).