De naam van de boerenzwaluw verraadt de bijzondere band die deze vogel met de mens heeft. De nesten van de boerenzwaluw worden namelijk bij voorkeur gemaakt in boeren schuren, loodsen en dergelijke. Van april tot oktober verblijven deze trekvogels in Nederland, de winter wordt in Afrika doorgebracht.
Eén zwaluw mag dan nog geen zomer maken, een hele groep zwaluwen die uit Afrika terugkomt doet bij menigeen de voorjaarskriebels ontstaan. Boerenzwaluwen zijn echte luchtacrobaten: het is bekend dat een mannetje meer succes heeft bij de vrouwtjes naarmate zijn staartpunten langer zijn. Waarschijnlijk zijn mannetjes met lange staarten wendbaarder en daardoor in staat meer insecten te vangen. Dat heeft natuurlijk grote voordelen bij het grootbrengen van jongen.
De boerenzwaluw zoekt zijn voedsel in de lucht: het bestaat uit enorme hoeveelheden kleine vliegende insecten welke in volle vlucht verzameld worden. De boerenzwaluw broedt in open schuren en onder brede dakoverstekken, onder bruggen en incidenteel ook op andere beschutte plaatsen. Ook komt de boerenzwaluw veel voor in de omgeving van water, waar de zwaluwen rakelings overheen scheren om muggen te verzamelen.
Voedsel: Insecten (vooral enorme hoeveelheden muggen)
Bron: Vogelbescherming Nederland