De Partij voor de Dieren is het oneens met de uitspraak van staatssecretaris Dijksma van Landbouw, die onlangs aangaf voordelen te zien in een verhoging van de melkproductie in Noord-Nederland. De drie noordelijke provincies lanceerden onlangs een plan voor deze verhoging, naar aanleiding waarvan fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren, Kirsten de Wrede, in de Groningse Staten destijds vragen stelde.
Dijksma en het Noordelijke bestuur gaan met de door hen beoogde opschaling in de melkproductie volkomen voorbij aan de belangen van toekomstige generaties, volgens de Wrede. Bovendien vormen de plannen een grote bedreiging voor de leefbaarheid van het platteland en de Groningse natuur.
De Partij voor de Dieren is duidelijk een andere mening toegedaan dan LTO, die zich gisteren positief uitliet over de beoogde productieverhoging. De Partij voor de Dieren meent namelijk dat nog meer megastallen op het platteland zullen leiden tot een verdere afname van de leefbaarheid in veel Groningse gebieden. “Het bestuur van deze provincie koerst moedwillig af op een leeg platteland dat alleen nog interessant is voor grote agrarische bedrijven, maar waar geen mens meer wil wonen”, aldus de Wrede. Megastallen zijn geen prettig gezicht en daar komt nog eens bij dat er sprake is van druk verkeer met zware landbouwvoertuigen op kleine weggetjes. Dit maakt het woonklimaat voor gezinnen met kinderen minder aantrekkelijk. Elke dag sneuvelen bovendien zeven gezinsbedrijven in de agrarische sector door de opkomst van megastallen, waardoor kleinschalige, karakteristieke bedrijven verdwijnen en het platteland verder industrialiseert. Dit kan een nadelig effect hebben op de algehele werkgelegenheid, stelt de Wrede: “we kunnen we ons afvragen in hoeverre zo’n geïndustrialiseerde omgeving, die bovendien gepaard gaat met geurhinder, het vestigingsklimaat voor bedrijven verbetert.”
Maar ook de stikstofproblematiek leidt tot een minder aantrekkelijk platteland. In de provincie Groningen slaat nu al twee keer zoveel stikstof neer als toelaatbaar. In de praktijk betekent dit dat hierdoor de aantallen en de diversiteit aan wilde dieren nog steeds afneemt. Meer stallen betekent meer stikstof en dus een nog grotere verschraling van de natuur.
Vanuit het oogpunt van klimaat zijn de plannen een regelrechte aanslag op de leefbaarheid van de wereld voor toekomstige generaties. Immers, twintig tot dertig procent van de opwarming van de aarde is te wijten aan het door vee geproduceerde methaan, een broeikasgas dat twintig keer zoveel effect heeft als koolstofdioxide. “Om in de huidige tijd keihard te kiezen voor nog meer vee en nog meer uitstoot, is net zoiets als tegen je kleinkinderen zeggen: je zoekt het maar uit later, met die zeespiegelverhoging en zo. Wij wilden gewoon graag wat meer melk en toetjes produceren en ze exporteren naar landen waar de bevolking lactose intolerant is, zoals China,” aldus de Wrede.
En natuurlijk zijn de koeien weer de klos, benadrukt de Wrede. Er is immers duidelijk sprake van een schaalvergroting in de melkveehouderij en veel koeien zullen eindigen in een megastal, waar weidegang geen deel uitmaakt van het productieproces. In een megastal worden de koeien geplaagd door ziektes en onnatuurlijke leefomstandigheden, zoals het gebrek aan een gezinsleven.. Daarnaast moeten zij, in de verder industrialiserende melkveehouderij, dermate veel melk produceren, dat zij al na korte tijd deze topsport niet meer vol kunnen houden. Een enkeltje naar de slacht is het bekende vervolg.