Tijdens bezoek aan het voormalig Oost-Duitsland bezochten we het luchtvaartmuseum van Rechlin, een voormalige luchtmachtbasis van het Sovjetleger. Het Luchtvaartmuseum is een onverbloemde uitstalling van een beladen tijdperk. Achthonderd vierkante meter ouwe materialen van de Duitse en Russische luchtmacht waaronder een gerestaureerde Messerschmidt-cockpit, een verhakkelde stermotor van een neergestorte Junkers-bommenwerper, oude boordinstrumenten, radio-apparatuur, het landingsgestel van een neergeschoten Lancaster-bommenwerper, allerlei soorten boordmunitie, meer dan honderd schaalmodellen van Duitse gevechtsvliegtuigen, totaal foute borden en koffiekannen met gevleugelde swastika’s, diverse drukpakken van de Sovjet-luchtmacht tot en met een gedemonteerde Mig-straalmotor aan toe.

Alle foto’s van het museum: klik hier

In aanloop naar de Tweede Wereldoorlog was Rechlin het belangrijkste geheime testcentrum van de Luftwaffe. Alle vliegtuigen die tijdens de Tweede Wereldoorlog door Nazi-Duitsland werden ingezet, werden op dit vliegveld getest. In de jaren dertig woonde hier helemaal niemand. Een perfecte locatie voor een “Erprobungsstelle” waar geen pottekijkers waren en dus volstrekte geheimhouding garandeerde. Op 29 augustus 1918 werd het vliegveld van Rechlin officieel geopend, maar door het ontwapeningsverdrag van Versailles moest het na de Eerste Wereldoorlog onmiddellijk weer worden afgebroken. In de jaren twintig werd het heropend voor de burgerluchtvaart, maar al snel daarna kreeg het een nieuwe bestemming als testcentrum voor de geheime oorlogswapens van de Luftwaffe. Op 10 april 1945 werden de start- en landingsbanen volledig verwoest door een zwaar Amerikaans bombardement van de geallieerden, maar reeds op 2 mei werden ze opnieuw in gebruik genomen door het Russische bezettingsleger. Van 1946 tot 1993 was Rechlin de belangrijkste thuisbasis van de Russische luchtverdediging in de DDR. Na de val van de Muur bleven de Russische Migs nog twee jaar gestationeerd in Rechlin.