Schoolperikelen in Groningen in begin 1977 (1)
De uitbreiding van de stad Groningen met nieuwe wijken in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw brachten de wijk Lewenborg vooral bewoners die net getrouwd waren of gingen samenwonen. Op een bepaald moment hield dit in dat er ook gezinsuitbreiding kwam en na een paar jaren de leerplicht om de hoek kwam kijken. Begin januari 1977 werd bekend dat het college van Burgemeester en Wethouders een voorstel aan de gemeenteraad had voorgelegd om de drie samenwerkende kleuter- en basisscholen als ‘koppel’ één naam te gaan geven.
Daarbij werd opgemerkt dat onderwijskundige samenwerking beter tot uitdrukking ging komen door de naamaanpassingen. Om misverstanden te voorkomen werden voor de kleuterscholen later aan de naam ‘k.o’ toegevoegd en aan de naam van de basisscholen ‘b.o’.
De toenmalige nieuwbouwwijk had straatnamen die allen met de scheepvaart hadden te maken, zoals ‘Baken’, ‘Stuurhut’, ‘Overloop’ en ‘Wimpel’. En dit werd ook doorgevoerd in de naamgeving van de scholen. Aan het Roer kregen beide scholen de naam ‘Ketelbinkie’, met daarbij de eerder genoemde toevoeging. De scholen aan de Vaargeul kregen ‘de Catamaran’ als benaming terwijl de scholen aan Kiel beide ‘de Swaaistee’ gingen heten.
De jonge bewoners, die de school de Catamaran bezochten dienden in januari 1977 door de modder naar school te lopen. Het was een glibberige blubberweg, volgens de berichtgeving in het Nieuwsblad van het Noorden. Vooraan aan de Lichtboei stond een waarschuwingsbord waarop was vermeld dat het betreden van het bouwterrein op eigen risico was. Echter was het voor de schoolkinderen en eventueel de begeleidende ouders alleen mogelijk via deze weg de Catamaran te bereiken.
De school stond als het ware eenzaam in de weilanden want woningbouw in dat deel van Lewenborg diende nog te worden gebouwd. Uiteraard waren de ouders van de leerlingen allerminst tevreden van deze smeerboel op het te bewandelen pad. Men vroeg een spoedoverleg aan met het onderwijzend personeel waarbij werd besloten met weldra overleg aan te vragen met de toenmalige wethouder Wallage, met als doel een betere en veiligere voorziening te eisen.
In de herfst van 1976 was bij een aantal ouders, waarvan de kinderen op één van de andere scholen zaten, een brief bezorgd waarin de vraag was gesteld of de kinderen naar de Catamaran mochten komen gezien ze in dat deel van Lewenborg woonden. Dichter bij huis, daar hadden de ouders dan ook helemaal geen bezwaar tegen. Vooral omdat op de andere twee scholen er ook het probleem was van veel te volle klassen.
In november 1976 zouden deze kinderen al worden overgeplaatst maar werd dit uitgesteld omdat de aannemer, die door de gemeente bij de bouw was betrokken, vergeten had dat er ook een goed rioleringssysteem diende te worden aangelegd. Het was pas na de Kerstvakantie in januari 1977 dat de ouders tot de ontdekking kwamen dat de enige manier waarop de kinderen naar school konden gaan het pad over het bouwterrein was.
Nog voordat het gesprek met de wethouder voor Onderwijs plaats vond hadden ouders voor noodvoorzieningen gezorgd. Midden in de nacht had namelijk een aantal vaders, onder het licht van autolampen, een prachtig bruggetje over de sloot, gelegen langs het fietspad, aangelegd en vervolgens baggerden de kinderen door het weiland naar de Catamaran en weer naar huis. Het werd een tijdelijke oplossing, die niemand ideaal vond, maar een stuk veiliger bleek dan door de blubber te gaan. Slimme oplossing in de maand januari 1977.
Hans Knot