Het grijpen naar iets dat er nooit meer was
De lange zomerdagen, toen de zon nog scheen
Met de kinderen bommetje in het water
Handdoeken in het gras
Samen eten, een tafel vol kinderen
Een groot huis om in te zijn
Altijd wel iemand thuis
Nooit voelde ik me klein.
Nu wel,
Het verlangen naar een arm om me heen
Eenzame nachten, alleen met mijn verdriet
Boosheid, vechten tegen mezelf
Tegen wie ik niet meer was
Alles wat ik in mezelf genas
Nu is het is tijd om los te laten
Het leven te omhelzen
Nieuwe kansen te grijpen
De vrijheid te ervaren
De gordijnen mogen open
Niet langer achter een muur vol zorgen.
Ik begroet een nieuwe morgen
Want het licht was er al.
Bron bekend bij de redactie