Deze nachtvlinder nam even plaats naast mij op de bank in de tuin vanmorgen. De bezoeker is familie van de nachtuiltjes en heeft een voorvleugellengte van 21-25 mm. Deze uil heeft ongeveer dezelfde rusthouding als de levervlek (Euplexia lucipara), maar de voorvleugel is sterker geplooid en de voorrand is dieper naar beneden gevouwen. Verse vlinders zijn doorgaans olijfgroen en rozeachtig bruin gekleurd; in de loop van de vliegtijd worden deze kleuren vager. Het patroon op de voorvleugel is zeer constant; alleen de lichte strokleurige zone tussen de middenband en de golflijn varieert enigszins in breedte. Soms komen meer roodachtig bruin gekleurde exemplaren voor.
De agaatvlinder komt zeer algemeen voor en treffen we vaak aan in tuinen op allerlei kruidachtige planten, struiken en loofbomen waaronder de zuurbes, brandnetel, hop, zuring, braam, hazelaar, berk en eik.
De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen. Overdag rusten ze onbeschut op muren en paaltjes of in de vegetatie. De vlinders vertonen zowel zwerf- als trekgedrag.
Levenscyclus
Rups: is het hele jaar aan te treffen en overwintert; tijdens milde winterdagen gaat de rups door met foerageren. De verpopping vindt gewoonlijk plaats in een cocon in de grond; soms in een voeg in een muur. De soort overwintert als rups of als pop.
Bron: Vlindernet