Brandganzen vanuit het natuurgebied De Ruidhorn

Vanuit de vogelkijkwand in het natuurgebied De Ruidhorn, gelegen bij het Uithuizerwad, een ware kolonie van brandganzen, die achter de dijk enige bescherming zochten tegen de strakke koude wind vandaag 23 maart 2012.

natuur-vogels-brandganzen-uithuizen-de ruidhorn-9

Het is een sterke vogelsoort die weinig of geen last ondervindt van vriesweer.

Ze zijn een circa 60 cm grote gans. Met geelachtige witte kop, waarvan de achterzijde zwart is, met een zwarte nek en bovenborst. Als deze gans tijdens de winter aan de Nederlandse kust opduikt, worden ze al vlug verraden door het wit van hun wangen dat fel afsteekt op het zwart van de kop en hals.

Hun verspreidingsgebied is het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan, van de oostkust van Groenland tot Spitsbergen en het zuiden van Nova Zembla. In de zomer broeden de vogels rond de poolcirkel, waar ze door de extreem lange daglengte bijna 24 uur per dag zicht hebben en zo in staat zijn hun eieren en kuikens te beschermen. Belangrijke predatoren, zoals poolvossen, hebben zo aanzienlijk minder kans om de brandganzen te bedreigen. Het wintergebied bevindt zich vooral aan de kusten van Ierland, de westkust van Schotland en de Noordzeekust van Duitsland en Nederland. Tijdens zeer strenge winters dalen ze af tot België en Frankrijk. Over het algemeen volgen deze dieren de zogenaamde vorstlijn en trekken ze met dit vorstgebied mee. Hiermee weten ze een aantal van hun natuurlijke vijanden te ontlopen. De laatste jaren blijven grote groepen brandganzen in Nederland en zijn dus het hele jaar door op Nederlandse graslanden te vinden.

Hun voedsel bestaat hoofdzakelijk uit gras, maar ook nuttigen ze diverse mossoorten en ander groen. Ook eten ze naast gras en zeegras ook veel zaden en dit is zeer ongewoon bij ganzen. Het zoeken naar voedsel vindt doorgaans plaats bij daglicht en ze begeven zich bij de dageraad en tegen het vallen van de avond naar veilige gelegen rustplaatsen, bij vollemaanlicht kunnen ze het voedselzoeken de hele nacht voortzetten. Tijdens de poolzomer, wanneer het helemaal niet meer donker wordt, eten ze ook de hele dag door, om zich vet te mesten voor de trek naar het zuiden in de winter. De brandgans eet voornamelijk eiwitrijke jonge scheuten gras, die tamelijk kort worden afgegraasd. Het eiwit wordt verteerd, en het groene gras zelf wordt via de ontlasting weer uitgescheiden.

De nesten worden minstens een meter van elkaar af gebouwd. Een legsel bestaat uit drie tot zeven eieren van grijsachtig-witte kleur welke gedurende 24 à 25 dagen bebroed wordt.

Bron: Wikipedia

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *