Al rijdend over de dijk naar de Ezumakeeg in het Lauwersmeergebied hobbelde dit hermelijnpupje over de weg deze zomer, voorzichtig er naar toe gereden, auto eigenlijk midden op de weg neergezet en gekeken wat het was. Tot onze verbazing bleek het een nog met ogen gesloten hermelijnpup te zijn. Het was maar goed dat we waren gestopt want de overige automobilisten passeerden en keken niet op of om. De puppie veilig begeleid naar het hogere gewas en zo vervolgden wij tevreden onze weg.
De hermelijn is familie van de wezel en lijkt er veel op, maar de hermelijn is zwaarder. Hij heeft een langgerekt lichaam. De vacht is kastanjebruin van kleur, met een gelig witte buikzijde en een zwarte staartpunt. De hermelijn heeft een zomer- en een wintervacht. In de zomer is de vacht roodachtig bruin, in de winter is ze wit. In het noorden van het verspreidingsgebied wordt de vacht geheel wit (met uitzondering van het zwarte staartpuntje), maar in zuidelijker gelegen gebieden wordt hij slechts gedeeltelijk wit. In vroegere tijden werden de wintervachten van hermelijnen massaal verwerkt in de bontafzettingen van koningsmantels, vandaar de overdadige zwarte stippen daarop.
Het dier kan 16 tot 31 centimeter lang worden, met een staartlengte van 9,5 tot 14 centimeter en een gewicht van 90 tot 445 gram. Mannetjes zijn veel groter dan vrouwtjes. De kop-romplengte van een mannetje is gemiddeld 297 millimeter, de staartlengte 117 millimeter en het lichaamsgewicht is 200 tot 445 gram. Het vrouwtje heeft een kop-romplengte van 264 millimeter, met een staartlengte van 110 millimeter en een gewicht van 140 tot 280 gram. Noordelijke populaties zijn kleiner van formaat.
Bron: Fred van Maurik/Wikipedia
Mooie actie, en leuk de toelichting over hermelijnen!