Het begon bij Nick al vroeg. Zo rond zijn twaalfde levensjaar. Hij wilde niet naar school. Hij hing wat rond in het centrum. Trof wat ‘vrienden’. Hij bakte er niets van. Werkschuw en master blower. En dat laatste is prijzig. Nick werd al snel een ‘dwarse puber’ genoemd. Liep op zijn veertiende weg van huis en eindigde in drie pleeggezinnen.
Diefstal
Hij pleegde hier en daar wat diefstalletjes. Verkocht zijn gestolen goederen voor drugs. “Puur om te ontspannen”, zegt Nick ter zitting. Die ontspanning had hij ook nodig want alleen maar stelen voor je spullen zonder een dag te hebben gewerkt is een erg stressvol bestaan.
Niet lekker in zijn vel
Hij was een jaar of twintig toen hij voor het eerst een fikse schade veroorzaakte bij het stelen van computers in een groot bedrijf. Voor tienduizenden euro’s ging het bedrijf het schip in en Nick kreeg een celstraf. Hij is nu 46 jaar. Eigenlijk zie je hem om het jaar in de rechtbank. Met altijd hetzelfde. En met dezelfde verklaring. “Ik zat gewoon niet lekker in mijn vel. En als ik dan steel en ik heb weer wat geld, dan gaat het beter.” Hij maakte schulden. Veel. Bij niet al te frisse vrienden.
Bekennen
De officier zei het al. Als het mis gaat met hem, dan gaat het goed mis.
Klopt.
Want mis ging het weer. Diefstal, kraak, inbraak. In totaal maar liefst 22 vermogensdelicten, opzetheling. Zuchtende slachtoffers op de tribune. Hij bekende alles. Zo is hij dan ook wel weer. Zijn advocaat probeerde zo goed en kwaad als ging vertellen dat Nick best al op de goede weg was maar dat nét dat ene zetje hem bijna de afgrond in drukte. Dat hij nu weer een woning had en heel graag met een schone lei wilde beginnen. Dat er weer een kans voor hem lag. Juist nu.
‘Hou toch op, man!’
Achter me hoorde ik een man zeggen: “Ach hou toch op, man. Met je schone lei.” Het is de man van de gestolen tv. Van de laptop. Van zijn moeders sieraden. Het is de hardwerkende, belasting betalende man. De man die ik buiten de zittingszaal nog even spreek. “Wat zijn dat nou voor eisen, man. Het is toch om te schamen. Hij rooft je de toko leeg en niet alleen die van mij en hij mag even zes maanden zitten. Beetje goed gedrag en hij loopt er zo weer! Je blijft aan de gang.”
De kale kip
Het is de bekende ‘kale kip’, die Nick. Heeft geen geld, had geen geld en wil ook liever niets betalen, dat uitte hij al ter zitting. Opvallend was dat Nick het eigenlijk alleen maar over zichzelf had. Dat hij in zijn laatste woord niet eens spijt betuigde. Dat hij heen en weer wippend van ongeduld op zijn stoel wel een schone lei wilde, toen zijn raadsman dat zei. “Jawel hoor, dat wil ik wel.”
Eis: zes maanden waarvan drie voorwaardelijk. Proeftijd: twee jaar. De tot op het bot in de schulden zittende Nick moet wel alle schade vergoeden. Zodra hij vrij komt, kan hij daaraan gaan werken.
Foto: Siebrand Wiegman Bron: Karin Smalbil