Aan Gronings scheepvaartbedrijf Shipyard in Waterhuizen en het Cypriotische detacheringsbedrijf BMS zijn voor bijna drie miljoen euro boetes opgelegd door de Inspectie SZW. Reden voor de boetes is het overtreden van de Wet arbeid vreemdelingen door beide bedrijven en het overtreden van de Wet minimumloon en mininumvakantiebijslag door het Cypriotisch bedrijf.
Tegen de opgelegde boete kunnen de bedrijven nog bezwaar en beroep aantekenen.
De Inspectie SZW heeft in 2012 onderzoeken ingesteld bij het scheepvaartbedrijf in Groningen en een Cypriotisch bedrijf. Aanleiding hiervoor was een van UWV-Werkbedrijf ontvangen melding van grensoverschrijdende dienstverlening door 164 arbeidskrachten met de Roemeense nationaliteit. Deze arbeidskrachten waren in loondienst bij het Cypriotisch bedrijf en werden gedurende de periode van 10 oktober 2011 tot en met 20 juni 2012 tewerkgesteld bij het Groningse scheepvaartbedrijf.
Tewerkstellingsvergunning
De Inspectie heeft gekeken of hier sprake was van grensoverschrijdende dienstverlening of van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten. In het eerste geval worden de werkzaamheden van de Roemenen vanuit het Cypriotische bedrijf aangestuurd. In het tweede geval worden de werkzaamheden uitgevoerd onder gezag van het Nederlandse bedrijf. In het laatste geval dient de werkgever voor deze arbeidskrachten te beschikken over een tewerkstellingsvergunning.
Uit het onderzoek van de Inspectie SZW blijkt dat er geen sprake was van grensoverschrijdende dienstverlening door het Cypriotisch bedrijf, maar van het ter beschikking stellen van 164 Roemeense arbeidskrachten. De werkgever, het scheepvaartbedrijf, bleek voor deze 164 Roemeense arbeidskrachten niet te beschikken over een tewerkstellingsvergunning. Bovendien constateerde de Inspectie dat naast deze 164 krachten, nog drie Roemeense arbeidskrachten zonder tewerkstellingsvergunning bij het scheepvaartbedrijf werkten.
Beide bedrijven hebben de wet overtreden en de Inspectie SZW maakt tegen zowel de uitlener van de arbeidskrachten als de inlener in het kader van de Wet arbeid vreemdelingen een boeterapport op.
Boeterapport
Op basis van dit boeterapport is door het ministerie van SZW een boete opgelegd aan zowel het Cypriotisch bedrijf als aan het scheepvaartbedrijf van (ieder) € 1.336.000,- (167 arbeidskrachten x € 8.000,-). Tegen deze boetebeschikkingen kunnen beiden nog in bezwaar en beroep gaan.
De Inspectie SZW heeft ook onderzoek ingesteld naar de naleving van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag door het Cypriotisch bedrijf als formeel werkgever van de 167 Roemeense werknemers. Uit dit onderzoek, dat in eerste instantie beperkt is gebleven tot 30 werknemers, is gebleken, dat er door het Cypriotisch bedrijf aan 28 Roemeense werknemers in totaal moet worden nabetaald een loonbedrag van
€ 79.126,39 wegens betaling van een loon lager dan het in Nederland geldende minimumloon.
Daarnaast is tegen het Cypriotisch bedrijf m.b.t. voornoemde 28 werknemers een boeterapport opgemaakt wegens het betalen van een loon lager dan het minimumloon. Voor deze overtreding van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag is een boete opgelegd van in totaal € 94.500,-.Tegen deze boetebeschikking kan door het bedrijf nog in bezwaar en beroep worden gegaan.
Inspectie SZW stelt de Cypriotische werkgever voorts in de gelegenheid eventuele onderbetalingen van andere niet in het onderzoek betrokken werknemers zelf ongedaan te maken.
Bron: Rijksoverheid