Gisteren, 16 oktober, weer een bijzonder plaatje in het centrum van Groningen, waar Sytze Bakker, butler, vertrouwensman en mascotte van het corp, plaats nam in dit bijzondere voertuig ter gelegenheid van zijn jubileum. Deze galaberline behoort tot de mooiste rijtuigen van Nederland en is nog met enige regelmaat te zien in de straten van de Groninger binnenstad. Het behoort toe aan studentenvereniging Vindicat atque Polit. Het rijtuigmuseum beheert en onderhoudt het. De senaat en soms andere leden van de studentenvereniging rijden al sinds het einde van de 19e eeuw met dit rijtuig.

Het was in de tachtiger jaren van de 19e eeuw dat de destijds bekende stalhouder Casper Johannes Nienhuis – die vestigingen in Groningen had aan de Spilsluizen, de Zuiderbinnensingel en de Schuitemakersstraat – in de studentenvereniging zo’n goede klant zag dat hij er speciaal een galaglasberline voor bestelde. Nienhuis bestelde het rijtuig op eigen kosten, en bepaalde tevens dat de berline alleen beschikbaar zou zijn voor de Senaatsleden van de studentenvereniging. Hij verzekerde zich op die manier van de klandizie van het Studenten Corps dat op haar beurt beschikte over een ‘eigen’ chique equipage.

Toen de stalhouderij Nienhuis in 1949 ophield te bestaan, besloot J.C. Nienhuis het rijtuig te schenken aan Vindicat. Het rijtuig stond al langere tijd gestald bij Hemmes aan de Coehoornsingel waar meer ruimte was dan bij Nienhuis zelf. Een nadere motivatie voor de schenking is niet bekend, maar het heeft er wel voor gezorgd dat het rijtuig gespaard bleef voor de veilinghamer, en dat het huidige Vindicat nog steeds een eigen rijtuig bezit. Toen Evert Hemmes zijn bedrijf staakte heeft hij de zaak overgedragen aan de Stichting Stalhouderij Noord-Nederland (1964). Nog later werd er voor de Senaatskoets een onderkomen gevonden in het in 1958 opgerichte Nationaal Rijtuigmuseum in Leek, waar het sinds 1971 als bruikleen in onderhoud is, terwijl het nog regelmatig ingezet kan worden voor ritten ten behoeve van de Senaat van Vindicat atque Polit.

Foto’s: Jan Hendrik van der Veen Bron: Collectie Groningen