Verkennend onderzoek naar mogelijke verplaatsing
Het college van B&W stelt de gemeenteraad voor om eenmalig van 6,6 miljoen euro beschikbaar te stellen voor noodzakelijk onderhoud aan het gebouw en de installaties van MartiniPlaza. Daarnaast vraagt het college de raad om 150.000 euro uit te trekken om het komend half jaar een verkennend onderzoek te doen naar het verplaatsen van MartiniPlaza, bijvoorbeeld naar het Stationsgebied.
Om de continuïteit van de bedrijfsvoering voor de komende jaren te waarborgen, is het noodzakelijk om de sterk verouderde installaties op het gebied van klimaatbeheersing en luchtbehandeling, sanitaire voorziening en het dak zo snel mogelijk te vervangen. Uit zowel het Meerjaren Onderhoudsplan van MartiniPlaza als een second opinion daarop die de gemeente heeft laten maken, blijkt dat MartiniPlaza dit zelf niet kan betalen.
Erfenis uit het verleden
De manier waarop in 2001 de verzelfstandiging van MartiniPlaza is doorgevoerd ligt ten grondslag aan de huidige problematiek. Bij die verzelfstandiging is geen startkapitaal meegegeven, waardoor MartiniPlaza van meet af aan geen weerstandsvermogen heeft gehad. Bovendien zijn bij de verzelfstandiging de zogeheten vaste activa voor een te hoge waarde in de boekhouding opgenomen. Een voorbeeld daarvan is dat er op grote delen van de gebouwen en installaties destijds in feite een afschrijving van 32 jaar had plaatsgevonden, terwijl deze toch op nieuwwaarde zijn geboekt. De eenmalige financiële injectie die het college de raad nu voorstelt is een oplossing voor die erfenis uit het verleden.
Verkennend onderzoek nieuwbouw
Ondanks de grote noodzakelijke investeringen waar nu in wordt voorzien lijkt het toekomstperspectief op de bestaande locatie kwetsbaar. Daarom stelt het college de raad ook voor om een verkennende studie te doen naar nieuwbouw van een voorziening voor congressen, beurzen, entertainment en topsport. Het college stelt nadrukkelijk daarbij goed te kijken naar de nut en noodzaak van een dergelijke voorziening en nauwe afstemming te zoeken met de Oosterpoort en de Stadsschouwburg.
Koppeling aan de ontwikkelingen in het stationsgebied lijkt op voorhand een kans voor een substantiële versterking het economisch profiel van Groningen. Of dat in werkelijkheid ook zo is, zal moeten blijken uit de resultaten van het locatie- en haalbaarheidsonderzoek. Bij dit onderzoek zullen uiteraard ook omwonenden en marktpartijen worden betrokken.