Staatstoezicht op de Mijnen adviseert het ministerie van Economische Zaken en Klimaat om met oog op de veiligheid van de inwoners van Groningen de gasproductie flink te verlagen. “Er is een forse ingreep noodzakelijk om naar verwachting aan de veiligheidsnorm te voldoen en de kans op schade sterk te verlagen. Ondanks dat we nog steeds niet goed kunnen voorspellen bij welk niveau van winning welke bevingen zich voordoen, adviseren wij de minister zo snel als mogelijk terug te gaan naar 12 miljard kubieke meter per jaar. De onzekerheden bij deze inschatting zijn groot, wij zijn daarom aan de veilige kant gaan zitten. Het gaat immers om de veiligheid van de Groningers”, aldus inspecteur-generaal der Mijnen Theodor Kockelkoren.
Voorgestelde maatregelen
Sluit per direct de clusters Ten Post, Overschild, De Paauwen, ’t Zand en Leermens (de ‘Loppersumclusters’)
De Loppersumclusters moeten per direct dicht. Hierdoor wordt vermeden dat deze clusters bij flinke vorst vol open gaan. Dit zou het risico op verdere, mogelijk zwaardere aardbevingen, sterk verhogen. Het is mogelijk dat het open- en dichtdraaien van deze clusters aanleiding is geweest tot de beving van 8 januari jl. in Zeerijp. Daarnaast zal het stoppen van de productie naar verwachting op korte termijn (3-6 maanden) ook een effect hebben op de bevingsactiviteit.
Beperk zo snel mogelijk de totale productie uit het Groningen-gasveld tot maximaal 12 miljard Nm3 per jaar.
De beste inschatting die SodM op dit moment kan maken is dat bij een productieniveau van 12 miljard Nm3 per jaar de berekende risico’s in de periode 2018 tot 2022 met redelijke zekerheid onder de veiligheidsnorm zullen uitkomen. SodM begrijpt dat dit getal suggereert dat precies bepaald kan worden bij welke productie aan de veiligheidsnorm wordt voldaan. Maar dat is niet het geval. SodM hanteert een marge om te komen tot het geadviseerde productieniveau en om te gaan met de grote onzekerheden. Deze onzekerheidsmarge maakt het mogelijk om met vermoedelijk 90% zekerheid aan de veiligheidsnorm te voldoen. SodM verwacht met deze productiemaatregelen terug kunnen gaan naar code groen. Dit betekent dat de kans op aardbevingen (óók de zwaardere) sterk afneemt, waarbij schade zoveel als redelijkerwijs wordt voorkomen en beperkt.
Beperk per direct de fluctuaties in de productie uit het cluster Bierum tot maximaal +/- 20%.
Het nabij gelegen Bierum-cluster mag blijven produceren, maar fluctuaties moeten per direct beperkt worden tot maximaal +/- 20% omdat deze kunnen doorwerken naar het Loppersumgebied en daar bevingen veroorzaken.
Beperk zo snel mogelijk de regionale fluctuaties in de productie van de overige clusters tot het huidige niveau van +/- 50%.
Als de voorgestelde maatregelen overgenomen worden, kan de beperking van fluctuaties voor de productie uit het gehele Groningenveld worden losgelaten.
Veiligheidsbeleving meegewogen
De beving in Zeerijp van 8 januari heeft een flinke impact gehad op Groningen. SodM heeft niet alleen oog voor de gevolgen van de gaswinning voor de veiligheidsrisico’s en schade aan gebouwen. Ook ziet zij dat de aardbevingen gevoelens van onzekerheid en angst, en waardedaling van gebouwen en gronden veroorzaken. De gevolgen van de gaswinning werken daarmee door naar de veiligheidsbeleving en daarmee het welbevinden en ten dele zelfs de gezondheid van mensen. SodM heeft gezien hoe de Raad van State de aard en omvang van deze sociale gevolgen als een zelfstandig zwaarwegend belang meeneemt.
Theodor Kockelkoren: “Ook de veiligheidsbeleving van de Groningers heeft een belangrijke rol gespeeld in ons advies. Ik zie dat het gevoel van onveiligheid en de sociale gevolgen van gaswinning steeds groter worden. Bovendien zal de seismiciteit met de doorgaande drukdaling weer toenemen en het risico op bevingen verhogen. Ik verwacht daarom dat de winning in de toekomst verder afgebouwd moet worden, indien nodig naar nul.”
Afweging van de minister van Economische Zaken en Klimaat
Aanleiding voor dit advies is de beving in Zeerijp van 8 januari jl. van 3,4 op de schaal van Richter. Door deze beving is de hoogste niveau in het Meet- en regelprotocol bereikt: het interventieniveau (code rood). SodM stelt deze maatregelen voor om weer terug te gaan naar het waakzaamheidsniveau (code groen) en naar verwachting te voldoen aan de veiligheidsnorm. Het terugdraaien van de gaswinning heeft eventueel gevolgen voor de levering van gas naar bedrijven en huishoudens. Het is niet de rol van SodM, als toezichthouder op de veiligheid van de energiewinning, om hier rekening mee houden. Het SodM-advies zal dus alleen gebaseerd zijn op veiligheidsoverwegingen. Omtrent leveringszekerheid adviseert GTS de minister. Het is aan de minister om zo nodig een afweging te maken tussen veiligheid en leveringszekerheid. De minister bepaalt uiteindelijk welke maatregelen de NAM moet nemen.
Bron: Staatstoezicht op de Mijnen – Foto’s: Siebrand Wiegman/Jan Hendrik van der Veen