Het Kronenburg park in Nijmegen is bezongen door Frank Boeijen. Het park is een stadpark in Engelse landschapsstijl aangelegd tijden de stadsuitleg van 1880 door de Leuvense tuinarchitect Lieven Rosseels. De grote variatie aan boomsoorten – meer dan honderdvijftig – en de hoogteverschillen maken het park uniek voor Nederland. Hier is een gedeelte van de stadsmuur bewaard gebleven, wat een goed idee geeft van de indrukwekkende vestingwerken die eens deze stad hebben omgeven. Van rechts naar links zijn te zien: de nooit afgebouwde St. Jacobstoren uit 1525, hetRondeel (1527) en de imposante Kruittoren (1425).
Ze maakten deel uit van de 15e eeuwse ommuring van de stad Nijmegen.
Na de ontmanteling formeerde zich eind 19e eeuw een club van Nijmeegse middenstanders die bezorgd waren over het culturele gehalte van de stadsuitbreiding. Deze Vereniging tot Verfraaiing van Nijmegen en het Schependom stichtte in dit park het hertenkamp in 1912, onderhield de eendenvijver en schonk de stad vier banken en het beeld van de leeuw (1886).
De stenen leeuw is gebeeldhouwd door vader en zoon Leeuw in 1886. Er zat flink wat creativiteit in de familie, want de jongste telg Oscar zou veel furore maken als architect (o.a. van Concertgebouw De Vereniging).
Speelse elementen in het park zijn de ‘Sprookjesgrot’, het eendenhuisje en de waterpartijen met voliére. Vanaf deze plek is de dertig meter hoge Kruittoren in volle omvang te zien. Het park is een waterwingebied. Na een choleraepedemie in 1865, die duizenden slachtoffers eiste, was de roep naar zuiver bronwater groot. Het Kronenburgpark bleek daarvoor erg geschikt, en is dat nu nog steeds.