Vlakbij De Sluis aan de Eeldersingel staat dit fraaie kunstwerk. Met zijn grote snavel in een brede grijns of schreeuw; de puntige oren en zijn lange, iets voorovergebogen postuur, doet het bronzen beeld denken aan een monsterlijk figuur uit een fabel.
Beeldhouwer Hans Mes doopte zijn schepping ‘Dreckschnabel’. Het werk lijkt opgetrokken uit flarden en stroken stof, die uitmonden in de scherp geprononceerde, monsterlijke kop. Opvallend is dat Mes deze bijna schetsmatige opbouw combineert met een sterk gevoel voor detail in houding en uitdrukking. Hij maakte meer van dergelijke, wonderlijke beelden. ‘Man in ligstoel’ in de Bataviastraat bijvoorbeeld, toont een eveneens uit flarden samengestelde figuur, ontspanning achteroverliggend in een strandstoel. Later neemt zijn werk in diverse opdrachtsituaties andere, meer abstracte vormen aan.
Stadsdichter Stefan Nieuwenhuis maakte het volgende gedicht (Stad in Verzen 15)
te weinig franje voor een joker
of grandeur voor een sokkel
maar wat een ondeugd
en zeg eens eerlijk
waarom lach je al zolang ik je ken?
ze zeggen zoveel
dat je hebt ervaren
en hier aan land bent gegaan
dat je van vroeger komt
dat je weet-ik-wat hebt meegemaakt
in de ware zin een avontuur
en nu hier
met alles waar je schik om hebt
eerst deed je me niet zoveel
maar naarmate we ouder worden
zie ik meer en meer
waar het plezier zich ophoudt
en hoe je het tegemoet treed