Pas na de Tweede Wereldoorlog kwam het fenomeen ‘verzorgingstehuizen’ op; grote woningcomplexen voor ouderen die zorg nodig hadden. Tot voor de oorlog, al vanaf de late middeleeuwen, werden ouderen vooral opgenomen in kleinschalige, door particulieren of religieuze genootschappen geïnitieerde gasthuizen. Zo ook, vanaf 1929, in het gasthuis van de Ter Schouw van Sanenstichting aan de Moesstraat in de Oranjewijk en het Noorderplantsoen.
De stichting liet er een gasthuis bouwen ‘bevattende acht kamers voor ouden van dagen en een regentenkamer’. Volledig in de traditie van gasthuizen kreeg het gebouw een gedenksteen met daarop de naam van de opdrachtgever vermeld. Het gasthuis kent geen geheimen, want tevens wordt er met een kleine ingemetselde steen op de rechterhoek onthuld wie de architect is.
Net als een schilderij draagt het gebouw de signatuur van haar schepper. In 2002 besloot toenmalige Woonstichting In (nu Lefier Stad Groningen) samen met Oving Architekten het pand te renoveren, intern te verbouwen en uit te breiden. In 2007 werd alles opgeleverd.
De gevel is volledig in zijn oude staat teruggebracht en springt in het oog door het donkergeel geverfde houtwerk. Prachtige glas-in-loodramen en subtiele tandlijsten sieren ramen en deur. Een hoog zadeldak met twee schoorstenen herinneren aan de klassieke daken van herenhuizen. Op het binnenterrein aan de achterzijde, te bereiken via de Kalverstraat of Tuinbouwstraat, is de nieuwbouw middels een betonglazen trappenhuis als het ware tegen de achtergevel aangeplakt.
Het voormalige gasthuis heeft haar functie niet verloren, maar wel haar doelgroep gewijzigd: Moesstraat 46 biedt tegenwoordig onderdak en zorg aan hulpbehoevende jongeren.
Bron: Staat in Groningen