Het woningcomplex wordt begrensd door de Atjehstraat en het Sabangplein. De achterzijde van de bebouwing sluit aan op de Bilitonstraat en de Padangstraat. Het complex heeft een trapeziumvormige plattegrond en bestaat uit étagewoningen voor arbeiders. Het is in 1918 als eenheid gebouwd in opdracht van de woningbouwvereniging ‘Vereniging tot Opruiming van Slop- en Gangwoningen’ naar ontwerp van de Groninger architect A.Th. van Elmpt.
Het binnenterrein (Deliplein) met groenvoorziening is toegankelijk via een poort aan de korte zuidwestzijde en via twee daartegenover liggende doorritten in de bebouwingsstrook langs de Atjehstraat.
Tijdens de renovatie in 1980 zijn zowel de karakteristieke schoorsteenkoppen als de authentieke roedeverdeling uit de vensters verwijderd en enkele plattegronden van woningen en hun grootten gewijzigd. Het op een trapeziumvormige plattegrond opgerichte complex is symmetrisch van opzet en gespiegeld om een noordoost/zuidwest-as.
Alle woningen zijn opgetrokken vanuit regelmatig geschakelde en in hoofdvorm rechthoekige plattegronden met uitbouwtjes aan de achterzijde en opgetrokken uit grijsbruine baksteen op een donkerder trasraam. De delen zijn twee of drie bouwlagen hoog met een zolderverdieping en afgedekt met schilddaken. De gevels worden afgesloten door een eenvoudige houten bakgoot op klossen.De doorritten hebben vlakke plafonds en zijn in de gevels rondgesloten. Daarboven en omheen risaleert het muurwerk tot in een topgevel enigszins. Dit risaliet heeft een vorm met de suggestie van een bouwdeel, getorst door twee zich verjongende ‘poten’ aan weerszijden van de doorrit.
Boven de poorten bevinden zich een of twee boven elkaar geplaatste vierdelige erkers, geplaatst op uitkragend metselwerk en afgedekt met een geknikt zinken schilddak. De gevel aan het Sabangplein bevat boven de poort een keramisch tableau met de naam van het complex en aan weerszijden van de erker tableau’s met het bouwjaar. Op het binnenterrein onderscheiden de bouwdelen zich van elkaar door middel van diverse portiekvormen: kepervormig, ellipsvormig en rondbogig. Twee portieken zijn telkens naast elkaar gesitueerd met in elk daarvan twee woningdeuren, toegang gevend tot respectievelijk beneden- en bovenwoning.
Bron: Staat in Groningen