Zinn opent donderdag 30 juni, het eerste deel van het wooncomplex ‘De Es’ in Selwerd, waar de eerste paal geslagen werd op 12 november 2014. Op 15 februari was voor het eerst een aantal van de bovenste verdiepingen beter zichtbaar omdat de steigers deels al waren weggehaald. De komende tijd wordt met de afwerking verder gegaan en zal de gemeente Groningen zich gaan bezig houden met de herbestrating van de diverse stoepen in de directe omgeving. Daardoor zal bijvoorbeeld het gedeelte waar de artsenpraktijk en de apotheek zijn gepland niet direct in gebruik worden genomen en er een tijdelijke oplossing worden gevonden door ruimte in het voormalige gebouw ‘Patrimonium’ te gaan gebruiken.
ZINN heeft een diverse woonlocties in Groningen, Haren en Hoogezand. Over het complex ‘De Es’ stelt men bij de organisatie: ‘Een prachtige en moderne woonzorglocatie waar sfeervol wonen en respectvolle zorg voorop staan. Alle zorgfaciliteiten worden onder één dak aangeboden. Ook zijn er twee huisartsenpraktijken en een apotheek gehuisvest. In De Es kunt u terecht voor verpleegzorg en er zijn huurappartementen als u een lichte zorgvraag heeft. Deze appartementen zijn tevens geschikt voor echtparen. Geïnteresseerden met een Wlz-indicatie krijgen voorrang bij het toewijzen van een appartement.’
Laten we terug gaan in de tijd en ons verplaatsen naar 20 februari 1968 toen de eerste paal werd geslagen voor Huize Patrimonium.
Drie volle jaren werden er uitgetrokken voor de bouw van het te bouwen bejaardentehuis van de woningstichting Patrimonium in Selwerd. Drie volle jaren en een bedrag van bijna f 11 miljoen. Maar Huize Patrimonium diende met zijn 424 bedden dan ook het grootste pensiontehuis worden van heel Groningen en met 14 bouwlagen (ruim 40 meter) het hoogste van heel Nederland. Op die 20ste februari 1968 heeft de hoofdingenieur-directeur voor de Volkshuisvesting en Bouwnijverheid in de provincie Groningen, ir. J. D. Hilarius, de officiële eerste paal in de grond geslagen. Officieus waren er in de weken voorafgaande al heel wat palen in de kleibodem verdwenen, zodat spoedig door de N.V. Knoop en Giezen met de eigenlijke bouw kon worden begonnen. Men sprak de verwachting uit dat als de onderbouw eenmaal klaar was de verdere voltooiing snel zou gaan.
De overige verdiepingen werden namelijk in gietbeton uitgevoerd, wat betekende dat er dan elke twee tot drie weken een complete etage erbij opkwam. Het complex ging bestaan uit een hoofdgebouw van veertien lagen, parallel aan de vijver langs de Mispellaan en een personeelsgebouw van zes lagen aan de Berkenlaan, onderling verbonden door een tussengebouw van vijf bouwlagen.
Ooit willen weten hoe het gebouw er van binnen deels uit zag? Op de begane grond had de architect, D. Broos, uitsluitend recreatie- en dienstruimten geprojecteerd. Het hoofdgebouw kreeg op elke verdieping 16 eenpersoons- en 3 tweepersoons-appartementen, met daaronder een conversatiezaal, een biljartkamer, een oefenzaal voor reactivering, kamers voor onder meer de kapper, een klein winkeltje en de pedicure, directie- en administratiekamers en de centrale hal.
Doordat het destijds het grootst geplande project in Nederland was, kreeg men optimale aandacht in de diverse kranten. Zo werd het ook duidelijk dat in het geplande midden-gebouw, dat inmiddels al lang geleden is afgebroken, ruimte zou komen voor de studio van de huisomroep, een familiekamer, knutselruimte en autoboxen. Op elke van de eerste drie verdiepingen van dat gebouw kwamen uiteindelijk 7 eenpersoonskamers en 2 voor echtparen. Ook werden er keuken en spoel- en wasruimte in dat deel van het gebouwencomplex gepland. Wel dient er aan toegevoegd te worden dat bij de planning al duidelijk rekening was gehouden dat dit deel voor de personen bestemd werd die meer verzorging dienden te krijgen.
Op de vierde verdieping bevond zich de ziekenafdeling, met dienstvertrekken, dokters- en zusterkamer, badkamers etc. Uiteraard was er ook genoeg ruimte voor het personeel terwijl er ook een mortuarium werd ingericht. Voor velen die vaak dit gebouwencomplex zijn gepasseerd is het misschien ook interessant te weten dat destijds – zoals de architect het omschreef – voor verticale transport zou worden gezorgd. Liefst vier liften waarvan er één geschikt werd gemaakt voor de meer hulpbehoevende bejaarden.
De liften — en ook de keuken en de centrale verwarming — bleven, ook als de stroom uitviel, functioneren, dankzij een noodaggregaat dat automatisch in werking trad.
‘Huize Patrimonium’ werd destijds het derde bejaardentehuis van de gelijknamige woningstichting, na het Talmahuis aan de Merwedestraat (1957) en het Menno Lutterhuis aan de Paterswoldseweg (1962).
Nog een paar maanden zijn er over en dan zal het enige nog staande gebouw van het complex, het hoofdgebouw, ook worden afgebroken om ruimte te maken voor het tweede deel van de nieuwbouw van ‘De Es’.
Bron: Hans Knot