De burgemeester kwam naar de wijken toe
Een opmerkelijke ontwikkeling binnen de gemeente Groningen vond plaats op 18 maart 1968 toen er een bijeenkomst werd georganiseerd op locatie waarbij burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen in discussie gingen met een kleine driehonderd (potentiële) inwoners van de toen splinternieuwe wijken Selwerd en Paddepoel, een bijeenkomst die werd gehouden in de zogenaamde Witte Boerderij in Selwerd, die toen vooral bekend stond als Jeugdboerderij.
Het was de allereerste ontmoetingsavond tussen het gemeentebestuur enerzijds en de bewoners van de nieuwe wijken in het noordwesten anderzijds. Er werden vervolgens in de maand maart nog een als ook twee avonden in april gepland. Het was zeker ook noodzakelijk dat er meerdere avonden werden gepland want voor de toen nieuwe vorm van inspraak hadden zich al meer dan 1800 personen gemeld. Tijdens de eerste bijeenkomsten waren de aanwezige (potentiële) bewoners behoorlijk kritisch over de kwaliteit van sommige woningen, de nog slechte voorzieningen als het ging om bestrating maar ook wenste men informatie over het nog te bouwen combi-bad, waar al een tijd sprake van was. Ook betreffende de winkelvoorziening in Paddepoel waren er de nodige kritische vragen en opmerkingen.
De Gemeente had tevens architect H. Eysbroek, het hoofd van de afdeling stedenbouw van de dienst voor stadsontwikkeling en volkshuisvesting, gevraagd waar nodig vragen te beantwoorden. Zo stelde hij: “Het is hier nog niet ideaal, maar er moet dan ook nog heel wat gebeuren voor deze wijken zijn afgerond.” Maar hij had ook positieve mededelingen, zoals het gegeven dat in de maand oktober 1968 het winkelcentrum in Selwerd zou worden geopend. Er drie studentenflats zouden worden gebouwd, waardoor er een breder aanbod zou komen voor studenten van de universiteit waar sinds enkele jaren een steeds grotere aanwas viel te bemerken.
Ook kwam hij met de mededeling dat er twee bejaardentehuizen zouden worden gepland, de latere Hunzerheem en het Patrimonium. Een ander wens was het bouwen van een sporthal in de omgeving van het te bouwen combi-bad en een recreatiepark met een hertenkamp en een midgetgolfbaan, aan te leggen tussen het universiteitscomplex en de Selwerderhof. Het park is er gekomen maar herten hebben we nooit gezien, hoewel in de omgeving van de Selwerderhof regelmatig reetjes worden gespot.
Eysbroek sprak de verwachting uit tijdens die bijeenkomst in maart 1968 dat de eerste paal voor het f10 miljoen kostende winkelcentrumproject voor de wijk Paddepoel in augustus van dat jaar de grond in zou gaan. In de directe omgeving werd een kantoorgebouw, geprojecteerd dat 45 meter hoog diende te worden, het latere ‘Rabocomplex.’ Er stonden ook nog voor de wijk Paddepoel 6600 woningen en drie bejaardentehuizen op stapel en dus waren er rond die tijd nog vele kale en dus lege plekken in de beide wijken te vinden.
Ook wethouder Hendriks kwam aan het woord en vertelde dat er een combi bad zou komen aan de Eikenlaan, deels overdekt en deels open bad, waarbij een bedrag van 6.5 miljoen gulden zou worden geïnvesteerd. Hij stelde ook dat er fouten waren gemaakt door winkelcentra niet eerder te bouwen dan een grote partij huizen. Hij beloofde meer noodwinkels in Paddepoel en op West-end om toch in de buurt te kunnen winkelen. Ook wist men te melden dat de al aanwezige blokverwarmingen zo spoedig mogelijk van olie naar aardgas zouden worden omgebouwd.
Niet denken dat alle aanwezigen brede gedachten hadden over beide wijken in aanbouw want de meeste vragenstellers hadden het vooral over eigen woning en achtertuintje. En dat leverde dan kostelijke momenten op zoals: “Is het de burgemeester en wethouders bekend dat het putje onder m’n douche stinkt. Zo niet, wil het geacht college dan eens langs wippen?” Ook kwam ene meneer Westerberg: die beslist alles wenste te vertellen over de verfspetters in zijn huis en over zijn vijf lekkende moffen, zijn lekkende kelder, zijn voordeur, die niet goed was te sluiten. Emotioneel waren ook de opmerkingen over het slecht functioneren van de buslijnen in de beide wijken. Slechts een deel van Paddepoel werd bereikt met lijn 9 terwijl lijn 5 maar een deel van Selwerd bereed. De aanwezige directeur van de GVB – Bamberg, destijds verantwoordelijk voor het openbaar vervoer, gaf enige voorlichting over de ontwikkeling van het busvervoer in de wijken en wist de juiste oplossing. Bamberg stapte kwiek op zijn fiets op weg naar huis.
Luchtfoto Selwerd, Paddepoel en Vinkhuizen
Bron: Hans Knot