Andermaal maar weer eens duiken in de geschiedenis van Groningen. Die gedachte kwam op tijdens een fietstocht die eindigde in de noordelijke stadswijk Vinkhuizen van de Martinistad. Terug over de stadsgrens reed ik vervolgens de wijken Vinkhuizen en de Paddepoel door om daarna in Selwerd, waar we wonen, uit te komen. Ik zag jongeren, ik denk illegaal, gebruik maken van een voetbalveld gelegen aan het Sportpark Vinkhuizen terwijl er voor de sporthal in Selwerd, al weer vele jaren onderdeel van de Vensterschool, een groepje stond te wachten op vervoer. Niet duidelijk werd of ze al hadden gesport of dat er nog gesport diende te worden.
Selwerd is stapsgewijs in de jaren zestig van de vorige eeuw gebouwd waarbij als ijkpunt 1965 wordt gebruikt als het gaat om het officiële ontstaansjaar van de wijk. Foto’s uit de eerste jaren geven nog een lege plek aan waar later de sporthal zou worden gebouwd. In de laatste week van oktober 1968 werd de Sporthal Selwerd gelegen aan de Eikenlaan officieel geopend en werd vooraf via een persbericht bekend gemaakt dat het niet bij deze nieuwe hal, de tweede in de gemeente Groningen, zou blijven daar het college van B. en W. en de gemeentelijke commissie voor de lichamelijke opvoeding dusdanig tevreden waren met de nieuwe hal, dat ze eigenlijk precies een dergelijke sporthal wilden laten bouwen in het noordoostelijk deel van de stad. Aanvankelijk had men deze gepland aan de Antillenstraat, maar men kon er geen grond beschikbaar krijgen. De hal zou echter, zo was de verwachting, in ieder geval in deze buurt verrijzen.
Wethouder W. Hendriks maakte deze plannen met betrekking tot een derde sporthal in Groningen ook nog eens bekend op een persconferentie in de kantine van de Sporthal Selwerd. Daarna volgde voor de genodigden een bezichtiging van de hal. De sporthal in Selwerd was in de eerste plaats bedoeld als wijk hal. Het College van B. en W. wenste met de bouw van de toenmalige Evenementenhal, gelegen aan de rand van het Stadspark, een centrale sporthal creëren. Hier konden de grote sportwedstrijden gaan plaats vinden. Hendriks stelde ondermeer: “In het komende jaar hopen we met de realisering van deze hal een stuk verder te komen.”
De Sporthal Selwerd kreeg een speelruimte van 22 bij 43,5 meter en een minimumhoogte van 7,20 meter. De vloer was van hout en zodoende enigszins verend. De tribune, die langs de lengte van het veld was gebouwd, bood plaats aan 500 toeschouwers. De hal had een speciaal verwarmingssysteem, waardoor het mogelijk was de temperatuur op het speelveld lager te houden dan op de tribune. De totale kosten van de bouw en inrichting van de Sporthal Selwerd bedroegen destijds ruim f 800.000.
Nadat wethouder Hendriks vrijdagavond 25 oktober 1968 om acht uur de hal officieel had geopend, begon de zaalhandbalwedstrijd Noord-Nederland—Jutland. Na afloop hiervan volgde de volleybalwedstrijd voor heren tussen Groningen en Heerenveen. De dameswedstrijd Groningen—Assen, die was aangekondigd, kwam te vervallen.
Vervolgens was de Sporthal Selwerd de gehele week van ’s morgens acht tot ’s avonds elf uur in gebruik. Overdag werd, door middel van een afscheiding met een gordijn, de zaal in tweeën gedeeld en werd er gymnastiekles gegeven aan de leerlingen van de diverse scholen in Selwerd en de Paddepoel. Elke maandagavond werd in het begin op vijf velden badminton gespeeld. De dinsdag en woensdagavond waren bestemd voor de trainingen van de zaalhandballers, donderdagavond was er volleybal, vrijdagavond andermaal training zaalhandbal, terwijl de zaterdagmiddag was ingedeeld voor volleybal. Op de zaterdagavond was er vervolgens tijd voor basketbal en de zondag zaalhandbal en microkorfbal.
De Sporthal Selwerd is inmiddels al weer jaren onderdeel van het Vensterschoolcomplex en recente informatie kan via de volgende site worden verkregen: http://www.sport050.nl/sportlocaties/sporthallen/sporthal-selwerd
Ik noemde ook even het Sportpark Vinkhuizen, dat ik per fiets passeerde. Ik herinner me in de laat jaren zestig dat het veldencomplex nog West-End heette en dat het toch voor menig Stadjer een behoorlijke afstand was om erheen te rijden. Toen ik zelf eenmaal een paar jaar in de nieuwste wijk Vinkhuizen woonde was het de trainer en tevens collega Frans van Donderen die me vroeg waarom ik niet voor de V.V. Gruno wenste te gaan voetballen. Immers was het clubhuis, dat recent was geopend, niet al te ver weg van de Goudlaan waar ik woonde en lang niet zo ver weg als de Coendersborg, waar de K.V.V. Amicitia haar velden had. Het resulteerde vervolgens in enkele jaren lidmaatschap van de V.V. Gruno.
Wethouder Hendriks had het in het laatste weekend van oktober 1968 behoorlijk druk als het ging om officiële openingen want niet alleen de Sporthal Selwerd werd geopend maar hij was ook aanwezig op het voormalige West End complex. Met het hijsen van de clubvlag had namelijk de wethouder van recreatie, sport- en jeugdzaken de volgende dag ook het nieuwe clubgebouw van de voetbalvereniging Gruno op het sportterrein Vinkhuizen geopend. Behalve een recreatiezaaltje omvatte het clubgebouw kleedkamers en douches voor de eigen spelers, de scheidsrechter en de gasten.
Tijdens de openingsbijeenkomst werd in de recreatieruimte een grote foto onthuld van oud- en erevoorzitter M. Postema. De voorzitter in 1968, de heer H. Dijkman, vertelde dat men op deze wijze de heer Postema, ‘de man die Gruno groot gemaakt had’, wilde eren. Hij zette voorts uiteen, dat men met dit gebouw de bedoeling had de jeugd op te vangen. Wethouder Hendriks ging even in op de geschiedenis van de V.V. Gruno, dat in 1968 48 jaar bestond. Hij zei, dat Gruno een van de eerste verenigingen in de stad was, die een eigen clubgebouw stichtte en vanaf dat moment over twee gebouwen beschikte. De wethouder was blij, dat het gebouw voor een belangrijk deel op basis van zelfwerkzaamheid tot stand was gekomen. Eenderde van de kosten verstrekte de gemeente als subsidie, eenderde verleende men als renteloos voorschot en het resterende gedeelte brachten de leden van de vereniging zelf, door middel van allerlei acties, bijeen.
Belangrijker dan de uitslag van een wedstrijd vond de heer Hendriks het feit, dat de vereniging duizenden mensen kon bereiken, aan wier leven zij richting kon geven. Hij ging tenslotte ook in op de verdiensten van de heer Postema, die hij de ‘burgemeester van Kostverloren’ noemde. Over de historie van V.V. Gruno verwijs ik naar: http://www.vvgruno.nl/wp-content/uploads/Historie-gruno.pdf
Bron: Hans Knot