In mijn archief zitten de nodige onderwijs gerelateerde documenten en tijdschriften van na de Tweede Wereldoorlog. Zo zijn er diverse documenten gerelateerd aan kinderen die niet mee kunnen komen op school en naar speciaal onderwijs worden doorverwezen of andersoortige ondersteuning krijgen. In het Tijdschrift voor Bijzonder Onderwijs, jaargang 1948, een uitgave van N.V. Uitgevers-Maatschappij, H A G A, Den Haag, vond ik een aantal artikelen waarbij tijdens het lezen mij de haren in de nek omhoog sprongen.
In die tijd was alles veel anders en werden er vele termen gebruikt als ‘debiele psychopaat’, ‘onmaatschappelijke meisjes’, ‘imbecielen’ en ‘seksueel geremde meisjes’. Teruglezend komen de artikelen, door voor die tijd zeer deskundigen geschreven, vernederend voor de toenmalige moeilijke jeugd over.
En het zou nog een drietal decennia duren voordat benoemingen een meer redelijke vorm gingen krijgen. Zelf ben ik in 1975 gaan werken bij het instituut voor Orthopedagogiek van de Rijksuniversiteit en in de bibliotheek destijds waren tal van boeken over ‘diepzwakzinnigen’, ‘debielen’, ‘psychopaatjes’, ‘imbecielen’ en meer. Gelukkig is daarna er een beweging gekomen tot verandering, zodat er meer menselijk word omgegaan met problemen, waar het jonge kind tegenaan kan lopen.
Opmerkelijk in een van de edities van voornoemd tijdschrift was een advertentie voor een vacature onderwijzeres, waarbij een werkplek beschikbaar was aan de Dr. Voorthuysenschool in Groningen. Er waren meer scholen met het stempel ‘B.L.O.’ (Buitengewoon Lager Onderwijs) in ons land waarbij de naam werd gebruikt van een belangrijke hoofdinspecteur van het Onderwijs in ons land. Diegene die wenste te solliciteren diende niet een sollicitatiebrief in te sturen naar het hoofd der school maar naar het College van Burgemeester en Wethouders van Groningen. Immers ging het om een gemeentelijke instelling en diende er over de vacature beslist te worden in het Stadshuis aan de Grote Markt in de Martinistad.
In Groningen was de school in 1934 geopend als zijnde een school voor debielen en ontstond deze bij de opsplitsing van het onderwijs voor zwakzinnigen. Debielen gingen vanaf dat moment naar een prachtig nieuw schoolgebouw terwijl de imbecielen les bleven krijgen in een schoolcomplex aan de Butjesstraat. De opmerking in het midden van de vorige eeuw van ‘daar gaat weer een butje’ sloeg op de scholieren die op de Butjesstraat naar school gingen. Maar ook werd het woord ‘butje’ vooral in Groningen als een scheldwoord gebruikt als iemand bijvoorbeeld een leeftijdsgenoot maar een dom medemens vond.
Het prachtige pand van de Van Voorthuijsenschool. naast de St. Jozefkerk aan de Radesingel, werd later een school voor zeer moeilijk lerende kinderen, nog later het gebouw van de afdeling logopedie van de Hanzehogeschool. Vele jaren, sinds 1995, diende het gebouw als onderdeel van het stedelijk conservatorium en sinds 2020 dient het gebouw als tijdelijk onderkomen van het college van B en W van de gemeente Groningen. Dit daar het normale onderkomen, het Stadshuis, een miljoenen kostende renovatie ondergaat.
Hans Knot. Foto’s: Jan Hendrik van der Veen, Siebrand Wiegman en FocusGroningen