Kunstenaar Gunter Demnig was gisteren, 11 april, in Groningen om Stolpersteine (struikelstenen) te leggen voor twee slachtoffers van de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Ook voor twee gefusilleerde verzetsstrijders werden deze dag Stolpersteine gelegd. Gunter Demnig hield na de legging een lezing in de Synagoge van Groningen.
De Duitse kunstenaar Gunter Demnig (1947, Berlijn) legde twee Stolpersteine voor het pand Oude Kijk in het Jatstraat 8. De stenen zijn ter herinnering aan Henri Frank en zijn zus Mathilde Frank die van 1941 tot maart 1943 op dit adres woonden. In maart 1943 werden zij uit hun huis gehaald en na een korte internering in kamp Westerbork naar Sobibor gedeporteerd en aldaar op 20 maart 1943 vermoord. Van deze grote Joodse familie hebben slechts enkelen de oorlog overleefd.
De twee Stolpersteine die aan de Westersingel 41 werden gelegd, zijn ter herinnering aan twee verzetsstrijders, Pieter Heertje Dijksterhuis en zijn zoon Cornelis Yno George Dijksterhuis. Pieter Heertje bezat een accountantskantoor in Groningen en was lid van een verzetsorganisatie, de Ordedienst. Hij werd in september 1944 opgepakt, verhoord in het beruchte Scholtenshuis en op 12 oktober 1944 nabij Westerbork gefusilleerd. Zijn zoon studeerde theologie in Amsterdam en werkte in de oorlog voor het (clandestiene) dagblad Trouw. Hij werd in Amsterdam gearresteerd en op 11 oktober, één dag voor zijn vader, in Wormerveer gefusilleerd.
Gunter Demnig is bedenker van het Stolpersteine concept. Na de legging aan de Westersingel hield hij een voordracht in de synagoge in de Folkingestraat over zijn werk.
Foto’s: Jan Hendrik van der Veen