Rechtbank Vice Versa op vakantie.
Het is goed geen recht te hebben. Soms. Even niet.Niet dat er een korte periode geen recht bestaat, dat zeker wel. ‘Recht’ gaat immers nooit op vakantie. Je kunt wel van het recht een vakantie nemen. Dat wel. En dat doe ik. Dat is ook gewoon noodzakelijk. “Recht hebben óp”. Geen ‘recht’. Geen eisen. Gewoon weg van het recht.
Geen zittingszaal. Geen criminaliteit, al ligt dat overal op de loer. Ook waar ik nu ben. Het is goed vrij te zijn van uitspraken. Van moord en doodslag en pogingen tót. Ver van smerige verkrachtingen en misselijkmakende incestplegingen. Van vaders die het geoorloofd vinden hun dochter te grijpen omdat ze toch niet zei dat hij moest stoppen. Ver weg van verbazingwekkende redenen tot gewapende overvallen en mijlenver van tuig wat zonder rijbewijs, of onder invloed van drank je kind zou kúnnen vervoeren. In een auto. Gekocht van vaderlief. Met de dood tot gevolg.
En dan lig je lig je zomaar op het grote luchtbed. Buiten in de zon. Beetje onder een boom verscholen tegen de hitte. Dan kijk je naar de lucht met je drie kinderen naast je. Je maakt op kinderlijke wijze dieren van wolken. Je lacht om de fratsen van de jongste en kijkt in de helblauwe ogen van de middelste en verwonder je over de ontwikkeling van de oudste. Haar ogen zo groengrijs als zacht mos. De vraag luidt hier: wat eten we vandaag en: hoe warm wordt het vandaag? Meer niet. Dit is wat het is. Zon, rust, lui en genieten. Geen verkrachtingen, geen moord, geen misbruik. Geen slappe eisen en geen flauwe straffen. Geen 240 uur werkstraf vanwege een brute overval en geen rijontzegging van vijf maanden en een voorwaardelijk strafje voor de dood van een 16-jarige dochter. Geen vaders die dochters zwanger maken en tien jaar krijgen en vrij komen op het moment dat ze hun eigen (klein)dochter kunnen grijpen.
Hoe heerlijk is het te doen alsof er niets is dan alleen maar niks? Geen onrecht en geen recht. Hoe heerlijk is het je kop in het zand te steken. Te doen alsof er geen criminaliteit bestaat? Voor even is dat heerlijk.
Ik lig op mijn luchtbed, buiten in de zon. Mijn kinderen naast mij en we lachen. We maken lekker kinderlijk dieren van wolken. Wolven. Katten. Vissen. Ik zie een wolk voorbij drijven. Langzaam vormt zich een dier. Ik kijk goed. Jawel, ik zie een struisvogel. Echt.