Vrijwilligers in heel Nederland hebben dit weekend ooievaars geteld. De stichting Stork vroeg mensen door te geven waar ze ooievaars hebben gezien en hoeveel het er waren. Jammer genoeg is de ooievaar in het zuiden een relatief zeldzame verschijning dan ten opzichte van de dichtheden die in West- of Noord-Nederland gebruikelijk zijn.
Hoewel veel ooievaars onze wintermaanden in zuidelijkere oorden (vooral Afrika) doorbrengen, zijn er ook exemplaren die het hele jaar door in Nederland vertoeven. Door hun flexibele dieetvoorkeuren (onder meer kikkers, muizen en plantaardige voedselbronnen staan op het menu) valt er namelijk ook in januari vaak nog wel wat te eten te vinden.
De vorige telling leverde een aantal van 653. Dit jaar werden minder geteld namelijk 521 ooievaars.