Vandaag, zaterdag 12 november, organiseert de gemeenteraad van Groningen in het kader van het ideeënfestival Let’s Gro een open raad. Dan kunnen Stadjers ideeën komen ‘pitchen’ –een korte presentatie van 1 minuut- voor raadsleden. De gemeenteraadsfractie van de SP in Groningen ziet grote bezwaren bij deze vorm van zeggenschap en kiest voor een andere vorm om Stadjers te betrekken. Daarom trekken de socialisten de wijk Selwerd in om bewoners te vragen naar hun ideeën voor hun stad en hun buurt.
SP-raadslid Daan Brandenbarg: “De aanjagers van de open raad constateren dat de drempel voor Stadjers om politici te bereiken te hoog is. Die drempel verlaag je niet door mensen te laten pitchen in het stadhuis. Volksvertegenwoordigers zelf moeten naar buiten, mensen opzoeken en hun ideeën van Stadjers vergaren.”
De SP is bezorgd dat initiatieven als de open raad juist veroorzaken wat ze zeggen te willen bestrijden en dat de kloof tussen Stadjers en politici groter wordt. Brandenbarg: “Laat ik voorop stellen dat volksvertegenwoordigers natuurlijk moeten luisteren naar degene die ze vertegenwoordigen. Maar veel onderzoeken laten zien dat slechts een beperkte groep aan dit soort initiatieven deelneemt. Mensen die ook nu de politiek al weten te vinden. Onderzoekers van het Sociaal Cultureel Planbureau waarschuwen terecht voor het risico dat wensen van meerderheden te veel buiten beschouwing worden gelaten. Dat maakt de kloof met grote groepen Stadjers niet kleiner, maar groter.”
De SP heeft een rijke geschiedenis van buurtonderzoeken, buurt- en wijkacties en organiseert al 40 jaar haar Hulpdienst, waar mensen terecht kunnen met allerlei vragen en problemen. “Met onze manier van werken staan we midden in de samenleving. We kloppen bij mensen op de deur om hun ideeën te vergaren en onze eigen ideeën te toetsen. Wanneer die samenkomen, zetten we ons samen met mensen in voor verandering. Door samen met mensen de dingen die zij belangrijk vinden te veranderen, geef je mensen echte Stadjersschap en Stadjersmacht en verander je stukje bij beetje de wereld.” aldus Brandenbarg.