Een middelgrote sprinkhaan, groene, zwart gepuncteerde soort met korte vleugels. Het halsschild heeft opzij een witte streep. De volwassen mannetjes hebben korte, maar goed ontwikkelde vleugels waar ze mee zingen. Mannetjes hebben (vaak) een bruine rugstreep. Bij de vrouwtjes zijn de vleugels uiterst klein. De legboor van het vrouwtje is kort en sikkelvormig (maar langer dan het halsschild), met een gladde top. De nymfen (jonkies) zijn groen met zwarte punten, hebben een wat bobbelig achterlijf en zwart-wit geringde antennen.
Struiksprinkhanen zitten op bladeren van bomen en struiken. Ze worden regelmatig op allerlei plekken aangetroffen, zoals op ruiten.
Dat zijn mannetjes op zoek naar een vrouwtje of vrouwtjes op zoek naar eilegplekken. De nymfen leven in de kruidvegetatie. Op stevige kruiden kunnen ze met tientallen worden aangetroffen.
Bron: Waarnemingen