De twee beelden zijn gehakt uit grijs-wit cristallino-marmer dat op sommige plaatsen glad gepolijst is. De twee geabstraheerde koppen hebben min of meer complementaire vormen. Zo heeft de voorste een dikke neus en een kin die vooruitsteekt, terwijl de hals in een kraag zit die het onderste deel van het beeld vormt. Het bolle achterhoofd past daardoor precies in het holle gezicht van de achterste kop, waarin slechts een neus te vermoeden is. Lees verder
Groningen Corpus den Hoorn | Cosmas en Damiamus
Beantwoorden