De alk, die ik recentelijk heb waargenomen in de haven van Lauwersoog, is een opvallende vogel met een zwarte bovenzijde en een witte onderzijde. De vogel lijkt op de zeekoet, maar heeft een grotere snavel met een witte dwarsstreep.
In de vlucht is de alk te onderscheiden van zeekoeten door het ontbreken van een zwarte okselvlek. Bovendien steken de poten van de alk in de vlucht niet tot voorbij het einde van de staart. Zwemmend houdt de vogel de snavel vaak omhoog.
De alk is een typische zeevogel, die alleen in de broedtijd op het land aan te treffen is. De vogel broedt op rotswanden langs de Noord-Atlantische kust, waaronder de kusten van Noorwegen, de Britse eilanden en Frankrijk. De alk legt per broedsel slechts één ei. Het pasgeboren jong laat zich na ruim twee weken uit het nest vallen. De winter wordt op volle zee doorgebracht, waaronder ook de Noordzee langs de Nederlandse kust, maar niet in zulke grote getallen als de zeekoet.
Een uitgebreide foto’s over vogels vindt u op onze natuur site: klik hier