Deze vlinder overwintert in Zuid-Frankrijk en Spanje en migreert in deze periode massaal naar Zuid-Frankrijk en Spanje. De trek gaat soms op grote hoogte en soms zelfs ’s nachts. In het voorjaar komen ze naar het Noorden, maar steeds vaker zoeken ze een overwinteringsplek in Nederland.
De eitjes worden een voor een op een brandnetelplant afgezet. Als de rups uitkomt, vouwt ie de bladtoppen met spinseldraden naar elkaar toe. De volwassen vlinder leeft vooral van nectar, maar ook van sappen van rottend fruit. Ze hebben een lange roltong, die normaal is opgerold. Maar om bij nectar te komen rollen ze die even uit. Lees verder