Pieterburen roept op zeer voorzichtig rondom zeehonden te zijn

natuur-zeezoogdieren-zeehonden-punt van reide-6Deze maand werden er honderden Gewone zeehonden (Phoca vitulina)  dood gevonden langs de Deense en Duitse kust. Onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam in samenwerking met de Universiteit diergeneeskunde in Hannover heeft nu uitgewezen dat de dieren zijn gestorven aan een influenza virus. Het virus heeft Nederland nog niet bereikt, maar het wordt niet uitgesloten dat ook hier honderden dieren zullen sterven. Lees verder

Gelderland Hoog Buurlo – Hoog Buurlose heide

natuur, landschappenHoog Buurlo, gelegen in Gelderland,  is een eeuwenoude bos- en bewoningskern in het hart van de Veluwe. Het gehucht bestaat uit twee schaapskooien en twee woonhuizen, een kudde Veluwse heideschapen, statige beukenlanen, eiken- en beukenbossen, akkers omgeven door wildwallen en grenzend aan de uitgestrekte Hoog Buurlose heide. Lees verder

Natuurgebied Leinwijk nabij het Zuidlaardermeer

In de buurt van het Zuidlaardermeer in de provincie Groningen ligt Leinwijk tussen de fietsknooppunten 28-52. Een gebied waar een korte wandelroute voor de echte natuurliefhebber is uit gestippeld. Hier loopt men een groot gedeelte door rietmoeras en nat gras. Houd hier rekening mee met het kiezen van uw schoeisel. Halverwege de tocht staat een uitkijkpunt met een schitterend uitzicht overhet hele gebied. Lees verder

Wandelen – Knapzakroute Yde

De Miniknapzakroute Yde brengt u vanuit het Noord-drentse dorp Yde over de Zuideresch naar het reservaat De Hondstong. Een ongelooflijk ‘gaaf’stukje Drenthe dat u onmiddellijk voor zich zal weten te winnen.  Dwarsdoor De Hondstong vindt de piepkleine Runsloot al kronkelend zijn weg van de madelanden ten noorden van Vries nar het Eelderdiep.

Lopend langs de Hondstong ziet u de opvallende tegenstelling tussen het door ruilverkaveling efficiënt ingerichte landbouwareaal en de kleinschaligheid van het eeuwenoude beekdal.Interessant is verderop langs de route een bezoek aan het natuurontwikkelingsproject aan de noord-westkant van De Hondstong. Hier wil eigenaar Het Drentse Landschap een groot oppervlak voormalige landbouwgrond door middel van verschraling weer in oorspronkelijke staat als heideveld terugbrengen. Deze route beidt u dus alle elementen van het unieke Drentse esdorpenlandschap: een mooi oud dorp, een grote es, schaduwrijke weitjes in het beekdal en de illusie van de grote, stille heide die met de dag meer werkelijkheid wordt.

De geschiedenis van Yde gaat terug tot ver in de Middeleeuwen. In een oorkonde uit 1207 wordt de eerste Ydenaar genoemd: een zekere Gelmarus van Ide die als getuige wordt vermeld in een akte van  Fredericus, de abt van het klooster in Ruinen. Enige jaren later, in 1225, duikt Yde voor de tweede keer op uit de nevelen van de geschiedenis. In dat jaar is er in het goederenregister van het Utrechtse domkapittel sprake van het ‘bonis in Iden’(=het goed Yde). Dan duurt het tot 1332 voor we de volgende twee Ydenaren tegenkomen. Ze horen tot de groep mensen uit Eelde en omgeving die een overeenkomst van het klooster Essen bij Haren en het Winsumer Zijlvest goedkeuren en zich daarvoor borg stellen. Het zijn Henricus Blinkinga en de bierbrouwer Folquines.

Rond zijn brink groeide Yde uit tot een welarend dorp. Dat had vooral met de gunstige ligging te maken. In vroeger eeuwen kwam de enige rechtstreekse weg vanuit Friesland naar Drenthe langs de Zwartendijksterschans bij Een via het dorp Norg bij Yde uit waar aansluiting was op de doorgaande Drentse wegen.

Tegenwoordig is de Yder Brink een van de weinige brinken die nog eigendom zijn van de plaatselijke Boermarke. In vroeger eeuwen werden hier in de dorpen lucht de vergaderingen van de markegenoten gehouden. Er werd recht gesproken en er werden de noodzakelijke mededelingen gedaan. In de Middeleeuwen waren de meeste van de boerderijen aan de Brink eigendom van de familie Homan. Deze familie verpachtte haar hoeven en landerijen aan de boeren. ‘Meiers’ heet en pachtboeren in deze streek. Een nieuwe meier heette ook ‘de nieuwe meijer’(tot er weer een nieuwe meijer kwam!). De achternamen Niemeijer en Nijmeijer vindt u in deze streken nog steeds bij elk dorp in het telefoonboek vermeld…

a.       De wandeling begint middenin het dorp bij café Brinkman. Vanuit het café gezien gaat u rechtsaf en volgt de Norgerweg.

b.      Neem de tweede weg links: de Kerkweg. Buiten het dorp gaat de klinkerweg over in een zandpad.

 

De naam Kerkweg herinnert aan de oude tijden toen de weg werd gebruikt om in Vries ter kerke tegaan. Bij deze weg zijn urnen gevonden die erop duiden dat hier een grafveld moet hebben gelegen. Vroeger maakte de Kerkweg deel uit van de oudste verbindingsweg van de kop van Drenthe naar de stad Groningen. Hij liep via de huidige Duinstraat en via De Punt, Glimmen en Haren naar Groningen. De Kerkweg brengt u over de uitgestrekte, een beetje glooiende Zuideresch van het dorp.

c.       U steekt de weg De Hondstong over en blijft de Kerkweg volgen.

Even voorbij de kruising ziet u rechts van de weg een kleine ontginningsboerderij. Op deze plek lag vroeger een heideveld dat op 4 januari 1921 werd aangekocht door Harm Reinaardus. Hij stichtte er met subsidie van de overheid een klein boerenbedrijf. In 1987 werd het boerderijtje met het aangrenzende land door de stichting Het Drentse Landschap gekocht en in stijl prachtig gerestaureerd. U loopt hier nog steeds over de oudste wegverbinding Assen-Groningen. Een eind links van u ligt de straatweg Assen-Groningen die in 1825 klaar kwam, en nog weer verderop loopt de A28 uit het begin van de jaren zeventig van onze eeuw: drie wegen Assen-Groningen op een paar honders meter afstand van elkaar.

d.      Op de viersprong slaat u rechtsaf het Yderholt in.

Na zo’n tweehonderd meter komt u bij de Runsloot. Slechts enkele meters breed stoomt het beekje hier als sinds mensenheugenis, op weg naar het Eelderdiep. Duidelijk is te zien dat aan de linkerkant van de weg de Runsloot bij de ruilverkaveling rechtgetrokken is, maar dat het beekje rechts nog nagenoeg via zijn oorspronkelijke bedding door het Drentse land kronkelt. Een eindje verderop langs de route krijgt u nog meer van dit unieke beekje te zien.

e.      U neemt het eerste pad rechtsaf. Het asfaltweggetje gaat over in een half verhard pad: de Veldweg.

Het pad volgt de grens van het beekdal van de Runsloot en het Groote Veld ten noordwesten van Vries dat aan het begin aan deze eeuw werd ontgonnen. Op oude kaarten zijn in het veld hier en daar vennetjes te zien. Wie met enige fantasie naar het ontgonnen veld kijkt, kan er nog steeds iets van de geaccidenteerdheid van het oorspronkelijke veld in terugvinden.

Sinds 1995 is deze akker bij het Yderholt in heel Nederland door de media bekend geworden. Hier werd in de jaren twintig het veenlijk van het meisje van Yde gevonden. In opdracht van het Drents Museum heeft de Engelse professor Richard Neave in 1995 met de moderne technieken het hoofd van het meisje gereconstrueerd.

Het meisje van Yde is te bezichtigen in het Drents Museum in Assen. Een bord bij de Veldweg geeft meer informatie over de geschiedenis van het meisje.

In april 2011 is een kunstwerk van beeldend kunstenaar Derk den Boer als markeringspunt gerealiseerd.

f.        Op de driesprong houdt u links aan

(Eigenlijk moet u hier even rechtsaf naar de Runsloot)

Dit is de mooiste plek om het natuurreservaat De Hondstong goed in u op te nemen. Het beekdal van de Runsloot ontleent zijn naam aan de paardebloem die in het Drents ook wel ‘Hondstong’ heet. In het gebied vindt u bosanemonen en de prachtige arendsvaren. U ziet hoe de Runsloot omzoomd is met prachtige houtwallen.

Zowel de beekdalbegeleidende wal op de overgang naar de hogere gronden als de dwarswallen die loodrecht op de stroomrichting van de Runsloot staan, liggen er nog net zo als vroeger.

Deze oude houtwallen hadden in vroeger tijden een duidelijke functie. De beekdalbegeleidende wallen – op de grens tussen  het groenland en het voormalige heideveld en aan de overkant van de beek tussen het beekdal en de es – functionerden vroeger als veekering. De dwarswallen en hun sloten waren bedoeld om de groenlanden te draineren en de percelen van elkaar te scheiden. Op de wallen werden in het verleden bomen en struiken gepoot die de wal de nodige stevigheid moesten geven en bovendien als een  soort ‘prikkeldraad’ dienden om het vee tegen te houden.

Aan het eind van de Veldweg bereikt u via een rooster het natuurontwikkelingsproject van Het Drentse Landschap. Om droge voeten te houden kunt u het beste linksaf gaan en achter de nieuwe wal verder lopen.

 

 

Een groot deel van het indertijd in cultuur gebrachte land aan deze kant van de Runsloot is inmiddels aangekocht door de  Stichting Het Drentse Landschap. De stichting wil dit ontginningsgebied op de duur weer veranderen in het heideveld dat het eens was. Het Drentse Landschap heeft het b ovenste laagje cultuurgrond inmiddels laten afgraven. Door middel van begrazing hoopt men de bodem verder te verschralen waardoor de oorspronkelijke heidevegetatie terug zal keren. De houtwallen, die intertijd bij de ruilverkaveling het veld moesten ruimen, zijn hier aan de hand van oude kaarten gereconstrueerd en opnieuw aangelegd. Uiteindelijk moeten ook de bij de Veenweg gelegen heideplas en het Stijfveen een eindje verderop wwer onderdeel van het veld tussen Vries en Yde gaan uitmaken. Hetzelfde kan voor het heiderestant Het Hooge Veen gelden, dat nog een stuk verder naar het zuid-westen ligt.

h.      Via het rooster verlaat u De Hondstong, u vervolgt het pad.

i.         Bij de Norgerweg slaat u rechtsaf, terug naar het dorp Yde. Aan de linkerkant van de weg heeft u alle ruimte om rustig te lopen.

 

 

De Norgerweg vormt sinds mensenheugenis de verbinding van het dorp Norg met de weg Groningen-Assen bij De Punt. De weg werd in 1912 voor het eerst bestraat. Nog geen kilometer ten noorden van de Norgerweg ligt het vliegveld Eelde, oftewel Groningen Airport Eelde. Op 23 mei 1931 werd het vliegveld officieel geopend. Van heinde en ver kwamen 40 duizend mensen naar Eelde om er de vliegshow ter gelegenheid van de opening bekijken. Het zou de eerste van een reeks Pinkstervliegfeesten zijn die tot ver na de oorlog uitermate populair zijn gebleven in Noord-Nederland. In de oorlog was het ‘Fliegerhorst Eelde een steunpunt voor de Duitse bezetter. Overblijfselen uit de oorlogsjaren vindt u nog terug in de natuurgebieden Bolhuisgat en de Visvijver tussen het dorp Yde en het vliegveld. Op verschillnde plaatsen liggen daar de kleine bunkers nog die in de oorlog werden gebruikt voor het luchtafweergeschut rond het vliegveld.

j.        Terug in het dorp slaat u rechtsaf De Steeg in.

Voordat u De Steeg inslaat, passeert u rechts een oude Saksische boerderij die dateert uit het eind van de zeventiende eeuw. De eerste verkoopakte van de boerderij stamt uit 1742. De Steeg behoort tot het Westerend van Yde en moet een van de oudst bewoonde delen van het dorp zijn.

k.       De Steeg gaat op de driesprong over in de Luutkampweg. U blijft dit asfaltweggetje rechtdoor volgen.

l.         Op de driesprong gaat u linksaf om terug te keren naar de Norgerweg

Het aanzien van Yde op oude ansichtkaarten wordt bepaald door de grote achtkantige stelling-korenmolen De Windlust die in 1896 in het dorp herbouwd werd door molenmaker Ritzema uit Haulerwijk. Oorspronkelij stond De Windlust in het Groningse Huizinge. Vandaar het gedichte op de molen: ‘Vroeger stond ik op de klei, maar nu hier in de Drentsche hei’. Na de oorlog werd de molen stilgezet, de grote stelling verdween en in 1961 is de molen om nog onverklaarbare reden afgebroken. Een andere nijverheid die uit Yde verdween, is de zuivelfabriek. Op 25 november 1895 werd in een vergadring van veehouders uit Yde en omgeving besloten tot de oprichting van deze zuivelfabriek. Aan het eind van de negentiende eeuw werden overal in Drenthe deze handkracht-zuivelfabriekjes opgericht. Men had namelijk gemerkt dat de machinale verwerking van de melk de kwaliteit van de boter ten goede kwam. Rond de eeuwwisseling telde Drenthe maar liefst zo’n 70 van dit soort zuivelfabriekjes. Door een concentratie an de productie in de grotere (stoom)zuivelfabrieken was na de Eerste Wereldoorlog al spoedig weinig emplooi meer voor deze kleine bedrijven. Het god ook voor de zuivelfabriek van Yde en deze werd dan ook in 1930 afgebroken. De voorgeven van het fabriekje is indertijd gebruikt voor een schuur die in het gangetje naast het café van de familie Brinkman staat.

m.    Op de Norgerweg gaat u rechtsaf en loopt terug naar café Brinkman

In een klein dorp als Yde was het café van oudsher het middepunt van het sociale leven. Café Brinkman is een mooi voorbeeld van zo’n echt oud dorpscafé. De kastelein vertelt u graag over vele generaties Hardenberg, Timmer en Brinkman die sinds circa 1740 ‘op het café hebben gezeten’. Het café is een van de weinige overgebleven voorzieningen in het dorp. Zo sloot een aantal jaren geleden de laatste kruidenier van het dorp zijn deur. Gelukkig kon de basisschool tot nu toe voor het dorp behouden blijven. Ook kent Yde een eigen dorpshuis, het Yders Hoes, waar veel gebruik van wordt gemaakt. Het Yders Hoes werd indertijd gevestigd in de oude lagere school.

Een opmerkelijke voorziening die het dorp nog steeds wel rijks is, is de galerie van de familie Van Voorn op de Brink. Hier worden wisselende tentoonstellingen georganiseerd met werk van onder andere Drentse kunstenaars. Eigenaar Ben van Voorn zelf is ook beeldend kunstenaar.

 

Als striptekenaar verzorgde hij veel tekenfilmachtergronden, onder andere voor de Marten Toonder Studio’s. Aan het eind van deze Miniknapzakroute moet u uiteraard het beroemdste verhaal over Yde natuurlijk nog horen: de geschiedenis van de legendarische Breukenbomen. Van heinde en ver kwamen de mensen in de vorghie eeuw nar Yde om daar bij dorpssmid Willem Jans Nijenhuis genezing te zoeken van een breuk. Iedere breuklijder die drie spijkers sloeg in de lindebomen voor de smederij op de hoek van de Duinstraat en de tegenwoordige Breukenweg mocht er op rekenen dat hij genezen was als de bast van de boom over de spijkers was heengegroeid. Terwijl de patiënt de spijkers boom in sloeg, preveld smid Nijenhuis met de pet in de hand een soort bezweringsformule. Toen de smid in 1857 gestorven was, zetten zijn nakomelingen hun lucratieve breukenpraktijk voort tot in 1919. De smederij verdween, de linden bleven.