Ze lachte nog en toen was ze weg | Karin Smalbil

snelwegDe snelweg

We kennen de snelweg als onze broekzak. Denken we. U, ik. Dagelijks rijden we met behoorlijke snelheden langs plaatsen en dorpen. Doorgaans weet je, dat zodra er ook maar iets gebeurt, de gevolgen daarvan enorm kunnen zijn. Verdrietig, definitief, onvergeeflijk. Dat daar een vervolging van kan komen en een veroordeling, al is het leed voor jezelf amper te bevatten. Niet mee te leven.  Voor iedere betrokkene. In deze zaak voor zeven personen. 

Het ziekenbezoekje

Op 29 december 2012 gaan Willem-Jan(68 jaar), zijn vrouw en nog een echtpaar op de terugweg naar huis na een bezoekje aan een zieke vriendin. Samen in een auto. Het is donker, zo rond half zeven in de avond. Ze praten op weg naar Groningen wat na over hun bezoek. Ongeveer ter hoogte van afslag Noordbroek rijdt Willem-Jan de normale, toegestane snelheid.

De vrachtwagen met bieten

De bietencampagne is in volle gang. Een vrachtwagenchauffeur trekt zijn zware lading via de oprit de snelweg op. Dat gaat zo goed en zo kwaad als het kan. Willem-Jan rijdt 125 kilometer per uur, de vrachtwagen een krappe zestig kilometer. Achterin de auto van Willem-jan roept de kennis: “Dit gaat niet goed, Wim, kijk uit!” De vrouw van Willem-Jan roept zijn naam nog een keer. “Willem!”

Achterstevoren in de vangrail

Willem-Jan ziet de truck maar reageert te laat. Past zijn snelheid te laat aan, alles te laat. Rukt aan zijn stuur om naar links te kunnen gaan. De auto spint op de weg. Knalt tegen de vangrail om vervolgens in no-time achterstevoren op de weg terecht te komen. Honderdtachtig graden gedraaid. Op de linker weghelft.

De klap

Er raast een auto voorbij, en een tweede auto, –hoe toevallig- een ambulance. Er nadert een derde auto. Dat is de auto van de felle koplampen die Willem-Jan ziet. De felle lampen en 125 kilometer per uur. Dichterbij. Nog dichterbij. Tijdens de zitting verklaart de aangedane man dat hij geteld heeft. Het waren twaalf seconden tot de klap. Die klap komt van de auto van Jorn. Dagje leuk gewinkeld met zijn hele gezin. Hij is degene die achter de ambulance rijdt. En op de linkerbaan rijdt om de ambulance te kunnen inhalen.

Imagine

Ziet u het even voor u: U rijdt op de linker weghelft omdat u een inhaalmanoeuvre maakt omdat de auto voor u  wat langzamer rijdt. In dit geval de ambulance. U ziet daar koplampen. Naar u gericht. Nog voor u goed en wel kunt bevatten wat daar staat…Jorn: Wat doet die auto daar. Willem-Jan: Waarom stopt ie niet. Ik sta hier toch al? Waarom stopt hij niet. Stop!

Haar  laatste glimlach

Willem-Jan kijkt opzij, naar zijn vrouw. Ter zitting verklaart hij dat ze nog naar hem lachte en toen ‘was ze weg’.

Weg. Dood. Komende week 47 jaar getrouwd. De krappe zestig kilometer per uur van de vrachtwagen niet ingeschat. Dood. In goede en in slechte… Tot de dood u…

Paniek. Plaatsen van ongelukken bestaan uit paniek, schreeuwen, pijn en ongeloof. Dit is niet gebeurd. Dit is niet echt.

Twaalf seconden

Willem-Jan telt tot twaalf tot de klap. Verder is het hem zwart in zijn hoofd. Van de zeven zwaar gewonden is Willem-Jan er één. Zijn vrouw is dood. Het is een chaos op de snelweg. Chaos in alle auto’s. Hij vraagt of zijn been er nog aan zit omdat hij die niet meer voelt.

“Dan halen we u. Geboeid.”

Het is nog maar kort na het ongeluk  als Willem- Jan in eerste instantie weigert de dagvaarding aan te nemen van de politie. Zijn advocaat zegt: “Zó dom en ontactisch van de politie om te zeggen dat wanneer hij de dagvaarding niet aanneemt, ze hem wel komen halen met het busje. Geboeid. Man van 68 jaar, zeven gewonden, zelf gewond, zijn vrouw dood. Genoeg gestraft zou je zeggen.”

Niet genoeg gestraft

Nee.

Willem-Jan heeft als laatste de bedoeling gehad zijn vrouw te doden, evenmin anderen te betrekken in dit afschuwelijke ongeluk. Toch heeft hij daaraan schuld. En ook aan de dood van zijn vrouw.

Verkeerszaken in de zittingszaal: Ellende. Dood en verderf. Ik zie het keer op keer.

Reactie of geen reactie

In de zaak van Willem-Jan zegt de officier van justitie dat het verwijt is dat hij niet in de vangrail terecht had mogen komen door te reageren zoals hij reageerde. De snelheid van de vrachtwagen verkeerd ingeschat, de snelheid van de eigen auto niet aangepast, niet geremd. “Uw werkelijkheid is dat u geen schuld heeft maar daar denk ik anders over. Er zijn nog veel meer mensen die dagelijks de ellende van dit ongeluk ondervinden.”

Geen opzet, toch schuld

Hier is geen sprake van opzet maar wel van schuld. En het OM vindt dat Willem-Jan schuldig is. dat er geen straf is die recht doet aan wat is gebeurd. Willem-Jan wrijft over zijn hoofd wanneer een eis van 180 uur werkstraf valt en een rijontzegging van achttien maanden, waarvan de helft voorwaardelijk.

“Hoe nu verder met mijn leven”

Er niets aan kunnen doen. Niet reageren is fout, wél reageren ook. Een ongeluk. zeven levens in de vernieling. En het leven van Willem-Jan? Ter zitting verklaart hij onthand te zijn. Dat hij niet weet wat hij met zijn verdere leven aan moet. Ik, als buitenstaander, toehoorder, kan me dat voorstellen. Iedereen kan dat.

Uitspraak is op 19 september.

Bron: Karin Smalbil Foto Google Streetview

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *